Brede dwergbloedbij
Sphecodes crassus
Achterlijf rood,laatste rugsegmenten zwart
Lengte: vr 6-7, m 5-6 mm
Lees meer
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.
Vrouwtje: achterlijf rood 4e en 5e rugsegment zwart; kop boven de inplanting van de antennen duidelijk gepuncteerd; bovenkant borststuk (mesonotum) duidelijk, vrij dicht en regelmatig gepuncteerd; het 2e rugsegment fijn, maar duidelijk gepuncteerd. Lengte 6-7 mm.
Mannetje: Lengte 5-6 mm.
Vliegperiode: begin april - half september.
Nesten: parasiteren bij groefbijen (Lasioglossum) Zie samenvatting.
Bloembezoek
Akkerkers, gewone berenklauw, gewone ereprijs, reukeloze kamille, paardenbloem, schermhavikskruid, vertakte leeuwentand, wilde reseda. bezoek zeer waarschijnlijk allerlei soorten planten. Zelf verzameld op akkerkers (Rorippa silvestris) langs een stadsbeplanting. Zeer waarschijnlijk ook op gewone berenklauw op een NS-terrein. (determinatie H. Wiering Bergen).
Bloembezoek:
Voorkomen in Nederland: buiten de zeeklei- en veengebieden vermoedelijk vrij algemeen.
Koekoeksbijen: zie samenvatting
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Sphecodes crassus is verspreid over het gehele land aangetroffen. De soort is zeer variabel van grootte (5-9 mm). Door Stöckhert (1933) werd de soort gekweekt uit nesten van Lasioglossum pauxillum. Hoofdgastheren zijn L punctatissimum en L pauxillum.Waarschijnlijk dienen ook L nitidiusculum en L quadrinotatulum als waard. Vegter (1993) noemt voor Drenthe tevens Lasiglossum prasinum en Andrena barbilabris als mogelijke gastheer.
 
Brede dwergbloedbij Terug