Kauwende metselbij
Osmia leaiana
Vrouwtje met een zwakke metaalglans mannetje met duidelijk metaalglans
Lengte: vr & m 8-10 mm
Lees meer
 
-Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.-
Vrouwtje: scopa roodachtig; clypeus afgeknot, in het midden twee bultjes; lichaam grijsgeelachtig behaard; middenveld propodeum glanzend; achterlijf zwart en met zwakke groene, metaalachtge zweem. Lengte 8-10 mm.
Mannetje: 7e tergiet met twee tanden op het eind; middenveld propodeum aan de basis met een brede en diepe groef, waarin grove dwarsribbels; eindrand 3e-5e tergiet met haarbandjes; achterste metatars iets voorbij het midden aan de voorrand met een tandje (meestal verborgen in de beharing); lichaam met groengouden metaalglans en roodbruin behaard. Lengte 8-10 mm.
Habitat: bosranden, zomen, ruigte en tuinen.
Vliegperiode: half mei - tweede helft van augustus.
Nesten: dode hole takken, rietstengels, rietdaken, koude kevergangen in dood hout, gaten in stenen; volgens Westrich 1989 maakt deze bij ook gebruik van kunstmatige nest gelegenheid: houtblokken en bamboestokjes met een nestingang van 5 mm. Voor nestmateriaal wordt gekauwd blad gebruikt. Hieraan ontleent deze bij zijn Nederlandse naam.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) composieten: onder meer akkerdistel, echt bitterkruid, gewoon biggenkruid, knikkende distel, knoopkruid, klein streepzaad, speerdistel, wegdistel en verschillende havikskruiden (Peeters et al 2012, Westrich 2018).
Voorkomen in Nederland: zeldzaam in de binnenlandse zandgronden, elders zeer zeldzaam.
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: )De mannetjes van Osmia leaiana zijn niet of nauwelijks van Osmia niveata te onderscheiden en worden vaak verward met O. caerulescens. Genitaalonderzoek biedt in dit laatste geval echter uitkomst. Vroeger was de soort vrij algemeen op de hogere gronden en langs de kust. Deze metselbij nestelt in holten in hout, holle takken en rietstengels. De wanden van de broedcellen en de sluitprop van het nest bestaan uit gekauwd plantemnateriaal. Het is een oligolectische soort die op composieten (Asteraceae) vliegt. Broedparasieten zijn de tubebijen Stelis phaeoptera en misschien ook S. punctulatissima en de knotswespen Sapyga clavicomis en S. quinquepunctata.

Kauwende metselbij - Osmia leaiana Terug
 
 
 
Kauwende metselbij (vr) - (Foto's Nigel Jones http://vc40insects.yolasite.com) --- Terug
   
Kauwende metselbij --- Terug