.
Driedoornige metselbij
Hoplitis tridentata
Bijen zwart en zonder metaalglans en met bruinachtige beharing
Lengte: vr & m 10-12 mm
Lees meer

--Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. .
Vrouwtje: scopa roestgeel/bruinachtig geel; lichaam bruinachig behaard; middenveld propodeum glanzen; mesonotum zeer dicht gepuncteerd; laatste sterniet gekarteld/gezaagd; achterrand kop met scherpe opstaande lijst. Lengte 10-12 mm.
Mannetje: 7e tergiet met drie tanden de middelste tand duidelijk langer dan de zijwaartse tanden; lichaam bruinachtig behaard; achterrand kop met scherpe opstaande lijst; het tweede vlaglid duidelijk langer dan het derde.Lengte 10-12 mm.
Vliegperiode: juli - augustus.
Habitat: onder meer groeve.
Nesten: onder meer in holle stengels van toortsen, bijvoet, braam en kaardenbol: knaagt deze zelf uit.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) vlinderbloemigen: aardaker, boslathyrus. Buiten Nederland ook bont kroonkruid, brede lathyrus, luzerne, witte honingklaver, veldlathyrus (Westrich, 1989).
Voorkomen in Nederland: zeer zeldzaam voornamelijk in Zuid-Limburg.
Koekoeksbijen: zie samenvatting.
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Osmia tridentata is pas in 1993 voor het eerst in Nederland aangetroffen. Inmiddels zijn vier vindplaatsen bekend: de ENCI-groeve, de Lage Fronten te Maastricht, de Vrakelberg en Simpelveld. De soort nestelt in holle stengels of maakt holten in stengels van planten. Uit ons land zijn geen nesten bekend. Het is een oligolectische soort die vlinderbloemen (Fabaceae) bezoekt. Broedparasieten zijn de tubebijen Stelis minuta en S. ornatula en de knotswesp Sapyga quinquepunctata. In Baden-Wurttemberg is O. tridentata aangetroffen van half mei tot begin september.
 
Driedoornige metselbij - Hoplitis tridentata Terug