Grof bieslook/Pijplook - Allium fistulosum -
Narcsisfamilie - Amarylllidaceae; voorheen Lookfamilie - Alliaceae
Hommelplant, bijenplant (drachtplant, vlinderplant)
Een bolgewas
Bloeiperiode: juni - begin augustus
Bloem: bloem roomwit, bloeiwijze een bolvormig scherm
Blad: buisvormig
Vrucht: doosvrucht
Hoogte: 0,5-0,7 m
 
 
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochthoudende tot vochtig, matig voedselrijke tot voedselrijke minerale bodems; groeit moeilijk op zware zeeklei; heeft vooral ruimte om zich heen nodig; zonnig.
Herkomst: Noord-Amerika.
Toepassing: tuinen, moestuinen, volkstuinen. Wordt als sierplant en als groente gekweekt; De bolvormige bloemschermen kunnen voor de stelen te zwaar worden, waardoor de stelen snel kunnen omvallen.
Beheer: nu en dan bij mesten met compost.
Wilde solitaire bijen
  Gewone maskerbij Hylaeus communis  
  Groefbijen (Lasioglossum  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 2. neigt naar 3 in de omgeving van bijenvolken.
 
Fragment begroeiing
 
Bloeiwijze en stelen
 
Bloeiwijze
 
Fragment
 
Natuurtuin Domies Toen in Pieterburen (1997)Dit bed met Grof bieslook wordt hier intensief door hommels bezocht. Meer dan 50 hommels waren tegelijkertijd aanwezig.
 
Aardhommel en steenhommel - volgende foto
 
Aardhommels
 
Aardhommel
 
Steenhommel
 
Gewone maskerbij - volgende foto
 
Gewone maskerbij
 
Gewone maskerbij
 
Gewone maskerbij
 
Groefbij (Lasioglossum)