Grootbladige esdoorn - Acer macrophyllum
Zeepboomfamilie - Sapindaceae: voorheen Esdoornfamilie - Aceraceae |
| Drachtplant |
 |
Een boom |
| Bloeiperiode: rond arpril |
| Bloem: verschijnen tegelijk met de bladen, groengeel, bloeiwijze een lange hangende tros |
| Blad: zeer groot 20-30 (40) cm lang en met gegolfde bladrand, handvormig gelobd met 5 (7)lobben, bovenkant blad glanzend donker groen, de onderkant blauwachtig groen, beide kanten van de jonge bladen dicht en kort behaard, de steel bevat melksap, herfstkleur geel |
| Vrucht: duidelijk gevleugelde tweedelige splitvrucht; vleugels in een scherpe hoek en behaard |
| Hout: schors, bruinachtig grijs,1-3-jarige twijgen groen, rood tot bruinachtig aangelopen en met ronde lenticellen |
| Hoogte: tot 20 (25) m |
|
| Milieu en groeiplaats: vochthoudende, matig voedsrijke bodems; zon-tb. |
| Herkomst: westelijk Noord-Amerika |
| Toepassing: parken. Takken breken gemakkelijk af. |
| Beheer: vorm- en verjongingssnoei in december-januari |
| Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
| Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
| |
| Blad |
 |
| |
| Blad |
 |
| |