Gevleugeld helmkruid - Scrophularia umbrosa
Weegbreefamilie -
Plantaginaceae; voorheen Helmkruidfamilie - Scrophulariaceae
|
| Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
 |
Een overblijvende (vaste) plant |
| Bloeiperiode: juli-september; op drogere bodems (tuinen) 2 tot 3 weken eerder. |
| Bloem: roodbruin, bloeiwijze een pluim |
| Blad: langwerpig-eirond; bladrand meestal gezaagd, soms gekarteld |
| Vrucht: een doosvrucht |
| Overige: stelen min of meer vierkant en sterk gevleugeld |
| Hoogte: 0,7-1,5 m |
| |
| |
| |
| |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: natte tot zeer vochtige, voedselrijke minerale bodems; aan waterkanten van allerlei veelal stromen de watergangen (beken en rivieren); ook in lichte bossen; vaak op kwelplaatsen; zon-tijdelijk beschaduwd. |
| Verspreiding in Nederland: minder algemeen tot vrij zeldzaam, voornamelijk in hert rivierengebied. |
| Toepassing: tuinen. |
| Beheer: eventueel als ruigte beheren; in de winter 1x per jaar - 3jaar maaien . |
| Wilde solitaire bijen: groefbijen (Lasioglossum) |
| Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 2. |
| |
| Plaat gevleugeld helmkruid (Bron: English Botany or Coloured Figures of British Plants By J. Sowerby, F.L.S., J.E. Sowerby et al , J. T. Boswell [Ed.]) |
 |
| |
| Bloeiwijze en stengel |
|
| |
| Honingbijen |
|
| |
| Bloem met groefbij (lasioglossum) |
 |
| |