Bittere wilg - Salix purpurea
Wilgenfamilie Salicaceae-
Bijenplant, hommelplant, drachtplant.
Een heester
Bloeiperiode: rond april
Bloem: Katjes voor de bloei verschijnend, rolrond en compact; meeldraden vergroeid, met 2 ± roodpaarse helmkoppen; stijl kort of afwezig; top schutblad zwart; 1 honingklier
Blad: lancetvormig en boven het midden het breedst, aan de onderkant blauwgroen;
Vrucht: doosvrucht
Hout: takken glanzend geel, maar vooral in de volle zon rood
Hoogte: tot ca. 3,0 m
Opmerking: katjes en bladeren gedeeltelijk tegenoverstaand
Milieu & groeiplaats: natte tot vochtige voedselrijke minerale bodems; in grienden en zand en kleigroeven en natte duin valleien; zon-tb.
Verspreiding in Nederland: minder algemeen; soms aangeplant.
Toepassing: parken, grotere tuinen, erosiebestrijding; werd voor 1970-1980 algemeen voor bindtenen (gewoonlijk rood)in de hovenierderij gebruikt. Vooral om leiplanten aan te binden. Een kleine hovenier gebruikte al snel 2 tot 4 bossen per jaar.
Beheer: kan sterk worden terug gesnoeid.
Wilde solitaire bijen:
Zandbijen - Andrena
  Grijze zandbij A. vaga Zijn afhankelijk van wilg
  Roodbuikje A. ventralis
  Roodscheenzandbij A. ruficrus
  Lichte wilgenzandbij A. mitis
  Vroege zandbij A. praecox
  Zwart-rosse zandbij A. clarkella
  Asbij cineraria
  Witbaardzandbij A. barbilabris  
Overige bijen
  Grote zijdebij Colletes cunicularius Is afhankelijk van wilg
  Tweekleurige zandbij A. bicolor  
  Gehoornde metselbij Osmia cornuta  
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5.
 
Bitterwilg - (Bron: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885, Gera, Germany
 
Twijgen van Bitterwilg in het volle licht kleuren vaak rood ( Wikipedia commons)
 
Katjes van bitter wilg
 
 
 
Blad is boven het midden het breedst (ovegenomen van Wikipedia commons)
 
Honingbijen