Kraakwilg - Salix fragilis
Wilgenfamilie Salicaceae |
 |
Een boom |
Bloeiperiode: april - mei |
Bloem:katjes gelijk met de bladen verschijnend, langwerpig en slank; meeldraden 2; stijl kort of afwezig; schutblad groengeel; 2 honingklieren |
Blad: lancetvorming met een lang toegespitste top, van onderen kaal, iets kleverig; bladsteel onder bladvoet met 1 paar klieren |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: hout: twijgen olijfgroen en kaal; takken broos en staan in een scherpe hoek tot haaks op de stam |
Hoogte: tot 20,0 m |
|
|
|
Milieu & groeiplaats: natte tot goed vochtige, voedselrijke bodems; langs oevers en bosranden van wilgen- en elzenbossen; zon-tb. |
Verspreiding in Nederland: in hoofdzaak aangeplant; zelden wild |
Toepassing: |
Beheer: speciaal beheer onbekend, wordt weinig aangeplant en is daarbij vrij zeldzaam. |
Wilde solitaire bijen: zandbijen (Andrena) Waarschijnlijk dezelfde soorten als bij Schietwilg. |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5 (rwn 3, rwp 3). |
|
Kraakwilg - Overgenomen van Wikipedia (Bron plaat rechtsDarstellung und Beschreibung sämtlicher in der Pharmacopoea Borusica aufgeführten offizinellen Gewächse by Otto Carl Berg & Carl Friedrich Schmidt.
Leipzig, Arthur Felix, [1858-1863], 1. edition, volume 1, plate 6c.) (Bron plaat 22: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm); plaats rechts |
|
|
Blad kraakwilg (overgenomen van wikipedia commons) |
 |
|
Bloei en Blad Kraakwilg (Overgenomen van www.biolib.de, the virtual biological libary).
|
 |
|