Egelantier - Rosa rubiginosa
Rozenfamilie - Rosaceae |
| Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
 |
Een heester |
| Bloeiperiode: juni-augustus |
| Bloem: rozerood, nagel kroonbladen lichter tot bijna wit; bloeiwijze alleenstaand of enkele bijeen; kelkbladen na de bloei afstaand en vaak blijvend en vaak nog aanwezig aan de rijpe bottel |
| Blad: bovenkant bladeren aan de bovenkant glanzend, de onderkant bezet met klieren; bladsteel eveneens met klieren bezet |
| Vrucht: bottels aan dezelfde plant bolvormig tot eivormig en vaak met klierharen bezet |
| Overige: uit de grond en uit de basis van de plant komende takken/scheuten met brede haakvormig gekromde en vaak ook met naaldvormige stekels bezet; naaldvormige stekels. |
| Blad geeft bij wrijven een frisse appelgeur |
Hoogte: tot ca.2,0 m |
|
| Milieu: droge, vrij schrale, veelal kalkhoudende zandige bodems; voornamelijk in de duinen; zon- tijdelijk licht beschaduwd. |
| Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in het duingebied ten zuiden van Bergen; elders zeldzaam. |
| Toepassing: tuinen, geluidswallen. |
| Beheer: Een speciaal beheer is meestal niet noodzakelijk, schaduw door bomen voorkomen; in duingebied extensieve begrazing. |
| Wilde solitaire bijen: zandbijen (Andrena) |
| Dracht: geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
 |
| |
| Platen egelantier - Rosa rubiginosa - (bron: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora) |
|
| |
| Platen egelantier - (bron: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden) |
 |
| |
| Bloem en blad egelantier - |
 |
| |
| Bloem en blad egelantier |
 |
| |
| Bloem egelantier |
 |
| |
| Bottels egelantier met klieren |
 |
| |
| Bottel en steeltje egelantier met klieren en oude kelkbladen |
 |
| |
| Blad en bladsteel egelantier met klieren - volgende foto |
 |
| |
| Blad egelantier met klieren onderkant blad en bladrand |
 |
| |
| Rechte en kromme stekels egelantier |
|
| |
| Egetantier in een voortuin |
 |
| |