Paarse dovenetel - Lamium purpureum
Lipbloemfamilie - Lamiaceae
Hommelplant, bijenplant, drachtplant, vlinderplant
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: maart-oktober
Bloem: paars; bloeiwijze okselstandig
Blad: eirond of ruitvormig, regelmatig gekarteld, zacht behaard; de bovenste bladen paars aangelopen.
Vrucht: splitvrucht
Hoogte: 0,1-0,3 m.
:
 
 
 
 
 
 
Milieu & groeiplaats: vochtige tot iets droge, zeer voedselrijke, open bodems; op akkers, in tuinen, volkstuinen, stadsplantsoenen, in bloembakken, boomspiegels, op open plekken in grasvelden, onder heggen, tegen muren, tussen het plaveisel, tegen straatmeubilair; zonnig tot tijdelijk beschaduwd.
Verspreiding in Nederland: algemeen.
Toepassing: niet van toepassing
Beheer: bodembewerking, bodem openhouden voor akkeronkruiden. Vooral in het voorjaar met rust laten.
Wilde solitaire bijen:
  Gewone sachembij Anthophra plumipes  
  Blauwe metselbij Osmia caerulescens  
  Rosse metselbij Osmia bicornis  
  Grote wolbij Anthidium manicatum  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Plaaten paarse dovenetel - (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden)
 
Bloei wijze paarse dovenetel
 
Plant paarse dovenetel
 
Paarse dovenetel op nieuw ingezaaid weiland (bij Scherpenzeel Voskuilseweg 2011)
 
Paarse dovenetel op talud valleikanaal in Veenendaal (2011)
 
Fragment van een vegetatie
 
Een braakliggende akker
 
Een stadspark een stadspark met een open graszode
 
Paarse dovenetel langs de rand van een beplanting in een ijle graszode
 
Gewone sachembij
 
Gewone sachembij
 
Akkerhommel: Paarse dovenetel wordt veel door hommels bezocht
 
Honingbij met stuifmeel
 
Honingbij met stuifmeel