Amandelwolfsmelk - Euphorbia amygdaloides
Wolfsmelkfamilie - Euphorbiaceae
Bijenplant, hommelplant,  drachtplant, vlinderplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: april - mei
Bloem: geel, honingklieren met twee hoorntjes; bloeiwijze schermvormig, bloeistengels tweejarig
Blad: blad langwerpig
Vrucht: een splitvrucht
Overige: stengels gewoonlijk onvertakt
Hoogte: 0,2-0,9 m
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, schrale, maar kalkhoudende bodems; in lichte bossen en langs bosranden; beschaduwd-zonnig.
Verspreiding in Nederland: zeer zeldzaam in Zuid-Limburg; veel aangeplant in tuinen. In Zuid-Europa een algemene soort.
Fauna: onder meer waardpant van wolfsmelkpijlstaart.
Toepassing: tuinen. In tuinen worden vaak kweekvormen aangeplant onder meer 'Purpurea'
Beheer: als vaste plant beheren
Wilde solitaire bijen: groefbijen (lasioglossum), zandbijen (Andrena).
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code hb1 (3 bij bijenstand)
 
Amandelwolfsmelk - Euphorbia amygdaloides- (bron links: Flora Batava Jan Kops et al.; rechts: wikipedia commons)
 
Plant
 
Fragment
 
Bloeiwijze
 
Bloeiwijze jong stadium
 
Bloemen
 
Detail bloeiwijze
 
Bladen
 
Vegetatie langs een bosrand
 
Hommels
 
Honingbij
 
Honingbij
 
 
 
De tuin van Lipkje Schal in de Noordoostpolder - de foto's van vosje en de andere zandbijen zijn hier op amandelwolfsmelk gefotografeerd
 
Vosje
 
 
 
 
 
 
 
Een zandbij (m)
 
Een zandbij (m)
 
 
Tweekleurige zandbij
 
 
 
Een groefbij
 
Rupsen van Wolfsmelkpijlstaart leven alleen op wolfsmelk