Schijnraket - Erucastrum gallicum
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae |
| Hommelplant, drachtplant. |
 |
Een eenjarige plant |
| Bloeiperiode: mei-oktober |
| Bloem: bloem bleekgeel en groen geaderd |
| Blad: bladen veerdelig en met bochtig getande zijslippen en een eindlob, de onderste gesteeld, de bovenste zittend |
| Vrucht: rucht een langwerpig, gekromde houw |
| Overige: stengels zijn vrij dicht kort behaard |
| Hoogte: 0,2 tot 0,6 m |
| |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: vochtige matig voedselrijke tot voedselrijke minerale bodems; dijken, bermen, spoordijken en - emplacementen; ruderale terreinen en op verhardingen; zon. |
| Verspreiding in Nederland: minder algemeen in hoofdzaak in het rivierengebied. Komt meestal in kleine aantallen voor. |
| Toepassing: geen |
| Beheer: bodem openhouden |
| Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
| Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1 |
| |
| Schijnraket (bron boven:Flora Batavia Jan Kops et al.; onder: Deutschlands Flora in Abbildungen. Johann Georg Sturm) |
|
 |
| |
| Schijnraket plant en blad |
|
| |
| Schijnraket bloeiwijze |
 |
| |