Cistus - Cistus incanus-
Zonneroosjesfamilie - Cistaceae |
| Hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
 |
Een heester |
| Bloeiperiode: juni - augustus |
| Bloem: purper-roze; kroonbladen kreukelig, meeldraden talrijk; bloeiwijze een eindelingse schicht |
| Blad: langwerpig, kort grijsachtig wollig behaard en bladrand gegolfd; in zachte winters groenblijvend |
| Vrucht: een doosvrucht |
| hout: groen tot bruinachtig en zacht, grijsachtig behaard; tot ca. 1m hoog. Zie verder bij familie |
| Hoogte: tot ca. 1 m |
| |
| |
| |
|
| Milieu: vochthoudende tot iets droge, matig voedselrijke, maar niet te kalkrijke minerale bodems; zonnig; verdraagt geen matige vorst; zeer gevoelig voor (winter)natte bodems. |
| Herkomst: Middellandse Zeegebied; daar hoofdzakelijk in berg- en rotsachtige milieus; ook vaak in stenige bermen. |
| Toepassing: tuinen, geveltuinen, rotstuinen, plantenbakken, kuipplant. |
| Beheer: bij matige vorst goed afdekken; verjongingssnoei. |
| Wilde solitaire bijen: groefbijen (Lasioglossum). |
| Dracht: (nectar geen of zeer weinig) en oranje stuifmeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
| |
| Fragment heester |
 |
| |
| Bloem met honingbij |
 |
| |
| Blad |
 |
| |
| Honingbij |
 |
| |
| Honingbijen met oranje stuifmeel |
|
| |