Wilgbladkoeienoog - Buphthalmum salicifolium -
Composietenfamilie - Asteraceae
Bijenplant, drachtplant, hommelplant, vlinderplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: juni-september
Bloem: geel, bloeiwijze alleenstaand
Blad: blad lancetvormig, de bovenste bladen zittend en met kleine oortjes
Vrucht: een nootje
Hoogte: 0,4-0,6 m
 
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: enigszins vochtige, matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende bodems; zonnig.
Herkomst: Midden-Europa.
Toepassing: tuinen.
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen:
  Tronkenbij Heriades truncorum Zijn afhankelijk van composieten
  Kruiskruidzandbij Andrena denticulata
  Tuinbladsnijder Megachile centuncularis)  
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
Plant en details (Rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm (Painter: Jacob Sturm; O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885, Gera, Germany)
 
Plant en bloeiwijze
 
Groeiwijze
 
Groeiwijze
 
Bladen
 
Honingbijen
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Tuinbladsnijder (Megachile centuncularis)
 
Tuinbladsnijder
 
Tuinbladsnijder
 
Tuinbladsnijder
 
Tronkenbij (Heriades truncorum)
 
Tronkenbij (Heriades truncorum)
 
Kruiskruidzandbij (Andrena denticulata)
 
Kruiskruidzandbij (Andrena denticulata)
 
Kruiskruidzandbij (Andrena denticulata)