Heggenrank - Bryonia dioica
Komkommerfamilie - Cucurbitaceae
Bijenplant, drachtplant, hommelplant, vlinderplant
Een overblijvende (vaste) tweehuizige klimplant
Bloeiperiode: juni-september
Bloem: groenachtig wit, meestal 5 meeldraden (mannelijke bloem) en 1 stijl met 3 gesplitste stijltakken + 5 onvruchtbare korte meeldraden (vrouwelijke bloem); bloeiwijze okselstandig en trosvormig
Blad: ruw behaard, breed, meestal vijflobbig en met hartvormige voet; met ranken  naast de bladsteel
Vrucht: een rode bes
Overige: vormt dikke ondergrondse, peenvormige knollen; ranken spiraalvormig
Hoogte: klimt tot 2,0-4,0 m
Opmerking: giftige plant.
 
Milieu & groeiplaats: droge tot vochthoudende, voedselarme tot voedselrijke, kalkhoudende, zandige tot zavelige bodems; voornamelijk in doornstruwelen, heggen en ruigte, langs loofbossen en langs hekken; in duinen, op dijken, langs spoorwegen en allerlei afrasteringen; sinds 1990 ook vaak in stadsbeplanting; zonnig.
Voorkomen in Nederland: vrij algemeen in Zuid-Limburg, het rivieren- en het duingebied.
Toepassing: tuinen, tegel- en geveltuinen, natuurtuinen
Opmerking: zwak reproductief maar is in tuinen geen lastig onkruid. In heesterbeplantingen die zeer extensief worden beheerd kan heggenrank dominant worden. Heggenrank vestigde zicht vooral in de periode 1990-2000 in het stedelijke gebied waar die talrijk kon voorkomen en druk door bijen werd bevlogen. Dit was onder meer het geval in Maastricht en Nijmegen.
Beheer: voor en tijdens de bloei zoveel mogelijk met rust laten. Op veel plaatsen, onder meer geluidswallen, industriegebied, recreatieterreinen zou deze soort veel meer geïntroduceerd kunnen worden.

Wilde solitaire bijen:

Zandbijen - Andrena
  Heggenrankbij Andrena florea Volledig afhankelijk van heggenrank
  Meidoornzandbij A. carantonica  
  Tweekleurige zandbij A. bicolor  
  Viltvlekzandbij A. nitida  
  Wimperflankzandbij A. dorsata,  
  Zwartbronzen zandbij A. nigroaenea  
  Breedbandzandbij A. synadelpha  
Groefbijen: Halictus en Lasioglossum
  Roodpotige groefbij H. rubicundus  
  Gewone franjegroefbij L. sexstrigatum  
  Gewone geurgroefbij L. calceatum  
  Zesvlekkige groefbij L. sexnotatum  
Overige bijen
  Gewone maskerbij H. communis  
  Tuinmaskerbij H. hyalinatus  
  Gewone behangersbij M.versicolor  
  Tuinbladsnijder M. centuncularis  
Dracht: nectar en oranjegeel stuifmeel. Indicatie voor dracht code 3.
 
PLaat: Bron: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm (Painter: Jacob Sturm)
 
Platen - (bron links: Flora Batava Jan Kops et al.; rechts :Flora Danica, Georg Christian Oeder et al. )
 
Fragment plant
 
Plant tegen een kersenboom in een tuin
 
Fragment plant met mannelijk, langgesteelde bloemen
 
Mannelijke bloem met vijf meeldraden en bloemknop
 
Mannelijke bloemen
 
Trossen met mannelijke bloemen
 
Bloemkoppen van mannelijke bloemen
 
Vrouwelijke bloemen: kortgesteeld
 
Ranken spiraalvormig
 
Ranken aan een afrastering
 
Bessen
 
Heggenrank in een ruige bosrand
 
Heggenrank tegen een afrastering
 
Heggenrank in een taxusheg
 
Heggenrank in een meidoornhaag langs de Maas
 
Vrouwtjes op mannelijke bloemen
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Vrouwtje op een vrouwelijke bloem
 
Mannetjes op mannelijke bloemen
 
 
Zesvlekkige groefbij op mannelijke bloemen
 
 
Zesvlekkige groefbij bij een vrouwelijke bloem
 
Gewone franjegroefbij op een mannelijke bloem
 
Tweekleurige zandbij op een mannelijke bloem
 
Aardhommel op een mannelijke bloem
 
Honingbijen op mannelijke bloemen