Kaukasisch vergeet-mij-nietje - Brunnera macrophilla
Ruwbladigenfamilie Boraginaceae--
Drachtplant, bijenplant
Overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: april - mei
Bloem: blauw, bloeiwijz pluimachtig
Blad: grote, min of meer hartvormige, wortelstandige bladen, stengelbladen kleiner
Vrucht: splitvrucht
Hoogte: 0,3-0,5 m
 
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtig, matig voedselrijke, bodems; zonnig-halfschaduw.
Herkomst: Kaukasus.
Toepassing: tuinen, kleinschalig openbaar groen.
Beheer: Eventueel onkruid wieden. Een soort die dichte groepen kan vormen en daardoor redelijk concurrentie krachtig is. Kan op den duur wel worden overwoekerd door Zevenblad en grassen. Opmerking: enigszins reproductief in tuinen
Wilde solitaire bijen: zandbijen (Andrena)
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Brunneria: blad bloeiwijze
 
Bloeiwijze
 
Plant fragment uit een gesloten beplanting
 
Amstelpark 2014: tijdens de gehele hoofdbloei werd deze plek druk door honingbijen bezocht.
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Een zandbij
 
Een zandbij