Gewoon barbarakruid- Barbarea vulgaris
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae
---
Bijenplant, drachtplant, vlinderplant.
Een tweejarige plant
Bloeiperiode: april-juni
Bloem: bloem geel
Blad: de onderste bladen liervormig, stengelbladen met halfomvattende oortjes
Vrucht: vruchten langwerpig en afstaand
Overige: rozetplant
Hoogte: 0,3-0,8 m
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke en iets open zandige tot kleiige bodems; voornamelijk op grazige plaatsen in wegbermen, langs spoorwegen en kanalen; zonnig.
Verspreiding in Nederland: in een groot gedeelte van het rivierengebied vrij algemeen, elders zeldzamer. Wordt vaak uitgezaaid.
Fauna: ; waardplant voor klein geaderd witje, klein koolwitje en groot koolwitje.
Toepassing: wordt uitgezaaid in bloemen mengsels in bermen en grasvelden; tussen beplantingen; doet het ook goed in tuinen.
Beheer: vegetaties waarin deze soort voorkomt kunnen tweemaal per jaar worden gemaaid. Als men de soort zelf in stand wil houden, dan na de late zaadrijping in augustus maaien (let op de lange zaadontwikkeling) en de bodem plaatselijk openhouden; verdwijnt bij een te dichte zode. Bij een goed beheer ontstaan er vanzelf open plekjes waar de plant kan ontkiemen.
Wilde solitaire bijen:
  Grasbij Andrena flavipes  
  Goudpootzandbij Andrena chrysosceles  
  Roodgatje Andrena haemorrhoa  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1.

Kenmerken bloeiwijze en plant (Bron plaat: http://www.hortipedia.org/de/index.php?title=Winterkresse)
 
Rozet gewoon barbarakruid
 
Toepassing en plant in Voorthuizen
 
Een overhoek langs het spoor
 
Gewoon barbarakruid uitgezaaid in buitengebied bij Nijezijl (Fr.)
 
Gewoon barbarakruid uitgezaaid in buitengebied bij Oudega (Fr.)
 
Flevoland
 
Honingbij -
 
Honingbij
 
Goudpootzandbij (Andrena chrysosceles)
 
Goudpootzandbij (Andrena chrysosceles)