De doorsnede (Ø) nestopening/nestgang |
De doorsnede (Ø) nestopening/nestgang is eveneens opgegeven. Dat zijn tevens de maten van de boorgaten voor bijenhotels. Voor de parasitaire bijen is dat niet opgegeven. Die volgen op dat punt hun gastheer; zie cijfers () achter de namen. |
1. Gewone kegelbij: parasiteert op behangersbijen. |
2. Bruine rouwbijn: parasiteert op gewone sachembij. |
3. Gewone tubebij: parasiteert op tronkenbij. |
4. Geelgerande tubebij: parasiteert op grote wolbij. |
5. Gewone viltbij: parasiteert op wormkruidbij. |
Bijen die in de grond nestelen, koekoeksbijen en zeer zeldzame tot zeldzame bijen zijn niet op deze pagina genoemd. Als men zandhopen, plaveisel met ruime voegen (0,5-1,5 cm en een zandlaag van ca. 25 cm diep), zand- of leemwanden aanlegt, kunnen landelijke gezien de meeste overige soorten bijen en hun koekoeksbijen worden verwacht. Dit betreft de volgende bijengeslachten: zandbijen (Andrena), sachembijen (Anthophora), pluimvoetbij (Dasypoda hirtipes), groefbijen (Halictus en Lasioglossum), wespbijen (Nomada: koekoeksbijen bij zandbijen en roetbijen), roetbijen (Panurgus), woekerbijen (Sphecodes: koekoeksbijen bij groefbijen). |