|
Pantserbloedbij
Sphecodes gibbus |
Zwarte bijen met een gedeeltelijk roodachterlijf; mesonotum glanzend, grof gepuncteerd; vleugels tamelijk donker |
Lengte: vr & m 7-13 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
-Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Zwarte bijen met een gedeeltelijk roodachterlijf; mesonotum glanzend, grof gepuncteerd; vleugels tamelijk donker; lengte 7-12 mm. De punctering op het achterlijf speelt een belangrijke rol bij de determinatie. Dit werkt alleen goed als collectiemateriaal van de verschillende op elkaar lijkende de soorten met elkaar kan vergelijken. |
Vrouwtje: schedel duidelijk gewelfd (boogvormig verhoogd) 1e-3e tergiet meestal rood. Lengte 7-12 mm. |
Mannetje: (beschrijving volgt later). Lengte 7-12 mm. |
Vliegperiode: eind maart - september. |
Habitat: in allerlei habitats met zandige bodems, onder meer bermen, tuinen, parken ook in stedelijke beplantingen verzameld. |
Nesten: parasiteert bij groefbijen (Halictus en lasioglossum) |
Bloembezoek
Dille, fluitenkruid, paardenbloem, vogelmuur (Westrich, 2018). |
Voorkomen in Nederland: Buiten de Zeeklei gebieden vrij algemeen. |
Koekoeksbijen: parasiteert bij groefbijen (Halictus en lasioglossum) |
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: De vrouwtjes van Sphecodes gibbus vallen op door de relatief donkere vleugels. De soort is verspreid over het gehele land aangetroffen. Grote exemplaren zijn gekweekt uit de broedcellen van Halictus quadricinctus (Breitenbach in Blüthgen 1934). Als koekoeksbij ook aangetroffen bij de nesten van verschillende grote soorten van het genus Halictus zoals H.rubicundus, H. sexcinctus en H. maculatus. In ons land is waarschijnlijk Halictus rubicundus de belangrijkste gastheer. Westrich noemt verder ook Andrena vaga en Colletes cunicularius als mogelijke gastheren. |
|
Pantserbloedbij - Sphecodes gibbus |
Terug |
|
|
Pantserbloedbij - Sphecodes gibbus (Foto Stevan Flak: http://www.stevenfalk.co.uk) |
Terug |
|
|