|
Sphecodes longulus
kleine spitstandbloedbij |
vrouwtje met spitse kaken zonder zijtand. In het veld niet op nauwelijks van andere kleine soorten te onderscheiden |
Lengte: vr 4,5-6, m 4-5 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
|
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Vrouwtje: vrouwtje met spitse kaken zonder zijtand; bovenkant van de kop met een ruwe sculptuur; bovenkant borststuk (scutum) zonder duidelijke middenstreep; In het veld niet van andere kleine soorten te onderscheiden. |
Mannetje: als vrouwtje en met kleine viltvlekken aan de voorzijde van de antenneleden. |
Vliegperiode: begin april - eind september |
Habitat: in open tot schraal begroeide vaak grazige begroeiingen op zandige tot lemige gronden en op allerlei andere open zandige plekken zoals paden in parken, openbaar groen en in tuinen. |
Nesten: parasiteert bij groefbijen. |
Bloembezoek
Dille, fluitenkruid, paardenbloem, vogelmuur (Westrich, 2018). |
Voorkomen in Nederland: |
Beheer: vergrassing en successie voorkomen. |
|
Kleine spitstandbloedbij |
Terug |
|
|
|