Grote metselbij
Osmia xanthomelana
Bijen zwart en zonder metaalglans, met roodbruine beharing
Lengte: vr & m 11-15 mm
Lees meer
 

Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.
Vrouwtje: scopa geheel zwart, middenveld propodeum glanzend; clypeus boogvormig ingesneden. Bovenkant kop en borststuk roodbruin behaard; 3e-6e tergiet zwart behaard; sporen geelbruin. Lengte 11-15 mm.
Mannetje: zonder deze beharing op de antennen; 7e tergiet met 2 tanden; lichaam roodbruin behaard; eindranden tergieten met haarbanden; middenveld propodeum glanzend; Derde metatars aan de voorrand, iets voorbij het midden met een knobbelachtig tandje en versmald aan de basis. Lengte 11-15 mm.
Vliegperiode: mei-juni.
Habitat: schraal grasland in de omgeving van bos (Westrich, 1989)
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) vlinderbloemigen in Nederland alleen op gewone rolklaver (Peeters et al 2012, Westrich 2018).
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: De laatste vangst van deze soort stamt uit 1954 en werd gedaan bij Lithoyen. De soort bouwt urnvormige broedcellen die alleen of in groepjes onder hout of in graspollen worden verstopt (zie foto in Müller et al. 1998). De soort is oligolectisch en vliegt op vlinderbloemen (Fabaceae). De voornaamste vliegplant is gewone rolklaver Lotus comiculatus. Trautrnann (1918) noemt de in Nederland nog niet aangetroffen Chrysura hirsuta ls broedparasiet. De waarneming van een vrouwtje uit april moet nog gecontroleerd worden.
   
Grote metselbij - Osmia xanthomelana (vr) - Terug
 
Grote metselbij - Osmia xanthomelana (vr) - Terug