|
Ogentroostbij
Melitta tricinta |
Duidelijk behaarde bijen, die in het veld het meeste doen denken aan zandbijen; bij de vrouwtjes met haarbandje op het einde van de tergieten; de mannetjes zijn lang behaard |
Lengte: vr& m 10-12 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
|
|
Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.-- |
Duidelijk behaarde bijen, die in het veld het meeste doen denken aan zandbijen; bij de vrouwtjes met haarbandje op het einde van de tergieten; de mannetjes zijn lang behaard; lengte 10-12 mm; kop en borststuk bruinachtig behaard, einde van de middelste tergieten met witte haarbandjes; tergiet 5 en 6 op het middengedeelte zwart behaard en op de zijkanten wit behaard. De witte beharing is bij de vrouwtjes opvallend/contrasterend. Zie achterlijf |
Vrouwtje: antenne niet knobbelig
|
Mannetje: antenne knobbelig; witte beharing tergiet 5 en 6 zwakker ontwikkeld dan bij de vrouwtjes |
Vliegperiode: half juli - half september |
Habitat: op halfopen tot grazige terreinen met een niet te sterk gesloten vegetatie. Onder meer in de Millingerwaard. |
Nesten: graven nesten in niet sterk doorwortelde zandige grond tot lemige bodems; de vrouwtjes duiken met grote hoeveelheden stuifmeel tussen de vegetatie waar ze nestelen. |
Bloembezoek
In Nederland uitsluitend op helmogentroost (akkerogentroost en rode ogentroost). Dit is tevens ook een kenmerk van deze bij. Als het een dik pootbij is, dan kan het haast niet anders dan een ogentroostbij zijn. |
Voorkomen in Nederland: een vrij zeldzame soort die vooral in Zuid-Limburg, Zeeland en het zuidelijk gedeelte van het rivierengebied voorkomt en incidenteel daarbuiten. |
Beheer: helmogentroost komt vooral voor op terreinen waar geen actief beheer wordt gevoerd. Een voorbeeld hiervan is de Millingerwaard. Langs het rivierengebied zou ogentroostbij zich sterk kunnen uitbreiden, maar successie moet dan in een vrij vroeg stadium worden tegengegaan. Zonder beheer krijgen struweelvorming en ruigten de overhand. Begrazing kan er toe bijdragen dat ogenroost en de daarmee samenlevende ogentroostbij zich kan handhaven. |
Opmerking foto's: de fotos zijn alle genomen in de Milligerwaard waar de ogentroostbij talrijk voorkomt. |
|
Een vrouwtje rustend op blad van zwarte toorts |
Terug |
|
|
Een vrouwtje op het punt om weg te vliegen |
Terug |
|
|
Een foeragerend vrouwtje: let op de zwarte en witte beharing punt achterlijf |
Terug |
|
|
Een foeragerend vrouwtje |
Terug |
|
|
Een foeragerend vrouwtje |
Terug |
|
|
Een foeragerend vrouwtje |
Terug |
|
|
Foeragerende vrouwtjes |
Terug |
|
|
Vliegend vrouwtje |
Terug |
|
|
Een mannetje: de knobbelige antenne is goed zichtbaar |
Terug |
|
|
Mannetje op de loer voor vrouwtjes |
Terug |
|
|
Mannetjes rustend op een grashalm en een een blad van braam |
Terug |
|
|
De mannetjes verzamelen geen stuifmeel maar dragen wel bij aan bestuiving |
Terug |
|
|
|
2e - 6e tergiet vrouwtje |
Terug |
|
-- 2e tergiet |
|
|
|
-- 3e tergiet |
|
|
|
-- 4e tergiet |
|
|
- - 5 tergiet met witte beharing opzij |
|
-- 6e tergiet met witte beharing opzij |
|
|
|
|
Zwartsprietwespbij - Nomada flavopicta (vr) - (fotor Twan Martens) |
---- Terug |
|
|
|