Bruine rouwbij
Melecta albifrons
Een parasitaire bij
Grote bruinbehaarde bijen; achterlijf zwak, maar goed zichtbaar toegespitst
Lengte: vr & m 10 -17 mm
Lees meer
 
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.
Grote bruinbehaarde bijen(12-16 mm); achterlijf zwak, maar goed zichtbaar toegespitst; zijkanten borststuk (op scutellum) met tand tussen beharing; voorvleugel met 3 submarinale cellen de middelste cel kleiner dan de twee andere; vuilwitte tot geel achtige vlekken op het achterlijf. Mannetjes en vrouwtje zijn in het veld niet van elkaar te onderscheiden. Ten opzichte van andere bijensoorten is de bruine rouwbij nauwelijks te verwarren.
Vrouwtje: het 2e antennelid is minstens 1,5x zo lang als het 3e; de witte tot lichtgeel achtige haarvlekken op het achterlijf zijn vaak beter ontwikkeld dan bij het mannetje.
Mannetje: metatarsus is tandachtig verleng
Vliegperiode: April -half juni.
Habitat: allerlei plekken waar de gewone sachembij nestelt zoals steile leemwanden, oude muren, kunstmatige nestgelegenheid (bijenhotels: bakken met leemgevuld; zie onderstaande foto's), maar ook op vlakke lemige tot kleiige en permanent open bodems (eigen waarnemingen)
Nesten: koekoeksbij bij sachembijen dus dezelfde nesten en nestplaatsen; afhankelijk van de grote van de kolonie sachembijen kunnen bruine rouwbijen met honderden bij de nesten aanwezig zijn (Rrotterdam-Zuid 1999). Lees meer
Bloembezoek
Gevlekt longkruid, hondsdraf, kruipend, zenegroen.paarse dovenetel, zelf verzameld op paardenbloem, witte dovenetel. Houtige planten: Lonicera nitida,wegedoorn,
Voorkomen in Nederland: komt in hoofdzaak in het zuidelijk gedeelte van ons land voor; komt vermoedelijk meer in steden voor dan daarbuiten. Op plekken waar de rouwbij niet zeldzaam is, komt hij ook voor in tuinen: onder meer in de tuin en in het bijenhotel van Cor evers en in de natuurtuin van Maastricht.
Beheer: rouwbijen zijn indirect afhankelijk van bepaalde stuifmeelbronnen die door sachembijen worden gebruikt. Dit zijn planten die vaak in allerlei grazige vegetaties en zomen voorkomen. De meeste van deze vegetatie worden gemaaid na de vlieg periode. Maar vooral in het stedelijke gebied komen grazige vegetaties voor met paardenbloem, op weinig gesloten grasland vaak met paarse dovenetel en aan de randen van beplantingen vaak met witte dovenetel. Ook voor de andere wilde bijen, hommels en honingbijen moeten deze vegetaties niet voor de bloei worden gemaaid. Dit beheer geldt dus voor sachembijen, maar zonder deze bijen geen rouwbijen.
 
Parende rouwbijen (Foto Cor Evers) Terug
De bruine rouwbij was aan mijn steile wandje gefotografeerd. (het"stikte" ervan).Uiteindelelijk kwamen er meer dan een stuk of twintig. Dat heeft wel enkele jaren geduurd. Ik ben op een gegeven moment rouwbijen gaan vangen en heb ze meer als 300 mtr. weer losgelaten in de hoop dat ze niet meer terugkwamen. Om zo hun aantal te beperken.Ik heb geobserveerd dat rouwbijen ook reeds afgesloten nesten kraakten. In de periode dat de rouwbijen en sachembijen vlogen zag ik ook vaker een dode sachem op de grond liggen. Afgestoken door een rouwbij?
Wat me bij alle bijen aan de nestwand is opgevallen is dat zij behoorlijk "honkvast" zijn. Maar als je daar over nadenkt is dat ook heel logisch! Immers waar zij geboren zijn, zijn de omstandigheden goed en zal er waarschijnlijk een nieuwe generatie in veiligheid kunnen opgroeien.
(Cor Evers februari 2011, Maastricht)
 
 
 
 
 
 
 
 
Haarvlekken achterlijf
 
Bruine rouwbij (vr) in rusthouding (Foto's beschikbaar gesteld door Cor Evers, Maastricht) Terug
 
Bruine rouwbij bovenaanzicht Terug
   
Bruine rouwbij op longkruid Terug
 
Vers uit het nest (m) Terug
 
Rouwbijen bij leemwand Terug
 
Parende rouwbijen: Bij het mannetje (boven) zijn de witte viltachtige vlekken zichtbaar Terug
   
Bruine rouwbij op zoek naar een nest van de gewone sachembij Terug
 
Het nest is gevonden (vr) Terug
 
Het nest wordt binnengedrongen Terug