|
Gewone behangersbij
Megachile versicolor |
middel grote bijen ; haarbandjes op het achterlijf naar het midden versmald, onderbroken of zwak ontwikkeld; punt buikschuier zwart |
Lengte: vr 11-12, m 9-11 mm. |
Lees meer |
|
|
|
|
Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.- |
Habitus: middel grote bijen ; haarbandjes op het achterlijf naar het midden versmald, onderbroken of zwak ontwikkeld. |
Vrouwtje: buikschuier op de eerste sterniet roodbruin, op sterniet 5-6 zwart; 6e tergiet zonder afstaande zwarte beharing; lengte 11-12 mm. |
Mannetje: voeten voorpoten niet verbreed; tergiet 6 aan het einde onregelmatig en zwak getand; lengte 9-11 mm. |
Vliegperiode: juni-augustus |
Habitat: in vrijwel alle habitats waar nestgelegenheid in de buurt is: vochtige tot natte duinen, bosranden, greppels, dijktaluds, wegbermen, tuinen, parken, openbaar groen, volkstuincomplexen begraafplaatsen, etc. |
Nesten: oude kevergangen in hout, afgestorven plantenstengels, kunstmatige nesten in de vorm van houtblokken of bundels van bamboe stokjes; de nesten worden bekleed met bladknipsels. |
Bloembezoek
Echt bitterkruid, esparcette, gewone rolklaver, gewoon biggenkruid, witte honingklaver, veldlathyrus, knoopkruid,
slangenkruid, speerdistel. komt ook op (exotische) tuinplanten voor onder meer op: Griekse alant, bernagie (Westrich, 2018). |
Koekoeksbijen: duinkegelbij (Coelioxys mandibularis) en gewone kegelbij (C. inermis). |
Voorkomen in Nederland: met uitzondering van klei- en veen gebieden verspreid over het hele land met zwaartepunt in het Zuidoosten en het duingebied. Is formeel vrij algemeen, maar in aantal veel zeldzamer dan bij voorbeeld de tuinbladsnijder. |
Beheer: deze bij fourageert in allerlei kruidachtige vegetaties. Vooral lokaal moet door ecologisch maai- en/of begrazings beheer successie worden voorkomen. |
|
|
|
Gewone behangersbij (Vr) (foto Steven Falk) |
|
|
Gewone behangersbij (Vr) |
|
|
Gewone behangersbij (Vr) |
|
|
|
|