Lezing bermen en taluds voor bijer en andere insecten

Bloemrijke lintvormige landschapselementen zijn waarschijnlijk al eeuwen oud. Vooral na 1950 liepen die heel hard terug. Bermen werden frequent gemaaid en zelfs gespoten. In de jaren 70 van de vorige eeuw wist prof. Zonderwijk in Nederland het tij te keren. In Engeland waren ze daar al eerder mee begonnen. Dat lintvormige landschapselementen van gelang zijn voor de biodiversiteit is ook al lang bekend. De lezing gaat hier voornamelijk over natuurlijke vegetaties en vegetatie die volgens ecologische principes zijn aangelegd. Waar het om gaat is het ontwikkelen van natuurlijke levensgemeenschappen.

De lezing kan worden gecombineerd met andere bloemrijke landschapselementen. taluds, graslanden, greppels etc. en heidevegetaties.
 
Stijfhavikskruid (Schepenzeel ca 2010)
 
Vetmuur (Amsterdam Noord ca. 2000)
 
Gewoon duizendblad (wordt zeer dominant) en klein streepzaad Kootwijkerbroek (2020)
 
Gewone engelwortel op vochtige grond (Noord-Friesland 2020)
 
Paardenbloem, heel gewoon, maar zeer belandrijk voor wilde bijen (Arnhem ca 1990)
 
Een berm ingezaaid met zaad ( onder meer knoopkruid en boerenwormkruid) van planten uit de omgeving (Bennekom ca 2000)
 
Pinkserbloemen met paardenbloem (ca drachten 1995)
 
Een natuurlijke begroeiing met paardenbloem. Zoetermaar rond 1995
 
 
Weidehavikskruid (Noord-Groningenrond 2000)
 
Een bloemrijke berm met o.m vertakte leeuwentand en rode klaver in Sneek rond 1990
 
Herfst leeuwentand (bij Veendam ca. 2000)
 
Wilde marjolein op de oude Rijndijk (ca 2000)
 
Wormkruid in Zwolle (ca1990)(wordt zeer dominant, maar in de tuin gemakkelijk omde controle te houden)
 
Paardenbloem, gewone ereprijs, knolboterbbloem en pinksterbloem Arnhem (ca 1992)