|
Glanzende bandgroefbij
Lasioglossum zonulum |
Bruinachtig tot zwartachtig gekleurde, dun behaarde bijen; kop en borststuk bruingeel behaard; tergieten met ondoorschijnende achterranden |
Lengte: vr 10, m 7-10mm |
Lees meer |
|
|
|
|
-Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.- |
Vrouwtje: 1e tergiet glanzend en verspreid gepuncteerd; lengte 10 mm. |
Mannetje: middenveld scherp afgegrensd; sternieten (buiksegmenten) met borstelachtige beharing; gezicht rond; basale haarbanden smal en gedeeltelijk onderbroken; lengte 7-10mm. |
Vliegperiode: mei-september |
Nesten: in de grond |
Bloembezoek
paardenbloem, schermhavikskruid. Volgens Westrich (1989): echt bitterkruid, gewone margriet, gewoon duizendblad, grasklokje, groot streepzaad, kool, scherpe boterbloem, sint janskruid, wilde cichorei, zonneroosje. |
Bloembezoek: paardenbloem, schermhavikskruid, volgens Westrich (1989): gewoon duizendblad, kool, grasklokje, wilde cichorei, groot streepzaad, zonneroosje, sint janskruid, gewone margriet, echt bitterkruid, scherpe boterbloem. |
Voorkomen in Nederland: zie samenvatting . |
Koekoeksbijen: Sphecodes monilicomis |
Fragment samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Lasioglossum zonulum wordt verspreid door heel het land aangetroffen, maar nooit erg talrijk Westrich (1989) noemt het een karakteristieke soort van open landschappen. De soort lijkt het stedelijk en intensief agrarische gebied meer te mijden dan L leucozonium. De nesten worden in de grond gemaakt. Het is een polylectische, solitair levende soort. (Bron onderstaande link nederlandsesoorten) |
|
Glanzende bandgroefbij Lasioglossum zonulum (v) (foto Henk Wallays: http://tinyurl.com/7ptc4m9) |
Terug |
|
|