|
Ingesnoerde groefbij
Lasioglossum minutissimum |
Kleine zwarte, vrij glanzende, dun behaarde bijen |
Lengte: vr 5, m 4-4,5 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
|
|
Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen. |
Vrouwtje: 2e tergiet aan de basis zwak ingesnoerd, de insnoering is alleen onder een bepaalde lichtinval goed te zien; 1e tergiet onregelmatig gepuncteerd, naar de eindrand toe dicht gepunteerd; stigma vleugel bruin tot zwartbruin; lengte 5 mm; lijkt verder sterk op L. lucidulum. Op de verschillen wordt later ingegaan. |
Mannetje: 2e en 3e tergiet aan de basis relatief diep ingesnoerd; Lengte 4-4,5 mm. |
Vliegperiode: april-september |
Nesten en milieu: zandige grond; zelf in vrije vlucht verzameld op dijktalud van de Rotte bij Rotterdam. |
Bloembezoek
Gewoon duizendblad, madeliefje, muizenoor, paardenbloem, veldsalie, vertakte leeuwentand (onder meer Westricht (1989). |
Voorkomen in Nederland: In hoofdzaak in het zuidelijke deel van het land; in het kustgebied tot aan Bergen-Schoorl (duingegebied?) |
Koekoeksbijen: bloedbij (Sphecodes longulus) |
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: is mogelijk door de kleine afmetingen weinig verzameld. De soort maakt haar nesten in de grond, bij voorkeur in zand- of leemgrond, soms ook tussen de bestrating in de stedelijke omgeving. L minutissimum is een polylectische soort die waarschijnlijk solitair leeft. |
-- |
Ingesnoerde groefbij - Lasioglossum minutissimum (vr) |
Terug |
|
|
Ingesnoerde groefbij - Lasioglossum minutissimum (vr) http://www.natureconservationimaging.com) |
Terug |
|
|
Ingesnoerde groefbij - Lasioglossum minutissimum (vr) |
Terug |
|
|
Ingesnoerde groefbij - Lasioglossum minutissimum (vr) |
Terug |
|
|
|