|
Glanzende groefbij
Lasioglossum lucidulum |
Zeer kleine glanzende, zeer spaarzaam behaarde bijen |
Lengte: vr & m 4-5 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.- |
Zeer kleine glanzende, zeer spaarzaam behaarde bijen (4-5 mm). De soort is moeilijk te determineren. Lijkt sterk op de ingesnoerde groefbij (L. minutissimum). Zelf 2 vrouwtjes van deze soort verzameld. De determinaties zijn in 1999 gecontroleerd door Hans Wiering. Determinatie aan de hand van een foto is vrijwel niet mogelijk. De foto's geven echter wel een habitus beeld. |
Vrouwtje:2e en 3e tergiet bij niet afgevlogen exemplaren met het kleine haarvlekken opzij; lengte 5mm. |
Mannetje: alle tarsen geelachtig; 4-4,5mm; lengte. |
Vliegperiode: juni - augustus mei-september |
Nesten: in de grond. |
Bloembezoek
Zelf verzameld op zandblauwtje; naar Peters et al. (2012): gegewoon duizendblad, klein streepzaad knoopkruid, kool, muurpeper, paardenbloem, tormentil, vlasbekje,wilgenroosje, zevenblad |
Voorkomen in Nederland: zie samenvatting. |
Koekoeksbijen: Sphecodes longulus (Vegter 1993), S. niger en Nomada sheppardana. |
Fragment samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn zonder een goede binoculair niet te determineren. De soort lijkt te ontbreken in het noordwesten van ons land, maar wordt gemakkelijk over het hoofd gezien. Het is een polylectische soort, die het nest in de grond maakt De bevruchte vrouwtjes verschijnen pas vanaf begin mei, hetgeen laat is voor een Lasioglossum. |
|
Glanzende groefbij - Lasioglossum lucidulum (vr) |
Terug |
|
|
Glanzende groefbij - Lasioglossum lucidulum (vr) |
Terug |
|
|