Invasieve soorten, op korte termijn vooral goed voor bijen; op langere termijn slecht voor de biodiversiteit
De planten in de kolom links zijn soorten waar we zeer terughoudend mee moeten omgaan of zelfs moeten bestrijden: het zijn invasieve soorten!
Invasieve (exotische) planten zijn door mensen al dan niet opzettelijk in een gebied gebracht waar ze van oorsprong niet voorkwamen.  Door alle eeuwen heen gebeurde dat zowel bewust al onbewust. Ongeveer de helft van de Nederlandse zaadplanten is op die manier in Nederland terecht gekomen. Soorten die voor 1492 op deze wijze in ons landvestigden, worden tot de inheemse flora gerekend (de zogenaamde archofyten). De latere soorten worden als exoten beschouwd (neophyten)
Als deze soorten niet te sterk uitbreiden en geen concurrenten worden van inheemse planten is er weinig aan de hand. Maar dat is nooit te voorspellen. Een exoot kan tientallen jaren een zeldzame plant blijven die verborgen zit in de vegetatie. Maar er kan een moment komen dat die zich explosief uitbreid. Als dat leidt tot concurrentie die inheemse planten uit hun natuurlijke milieu wegdrukt, is dat rampzalig voor de Nederlandse flora en levensgemeenschappen die daarvan afhankelijk zijn.
Enkele voorbeelden van invasieve bijen- en drachtplanten
Sommige soorten verspreiden zich explosief. Dat is bijvoorbeeld het geval bij reuzenberenklauw, reuzenbalsemien, late guldenroede en bezemkruiskruid. Soorten als Japanse duizendknoop verspreidt- zich geleidelijk, en is op plekken waar die aanslaat niet meer weg te krijgen. In Schiedam houdt deze plant langs de Nieuwe Haven al meer dan 70 jaar stand.
Het zuidelijke Afrikaanse Bezemkruiskruid werd in 1942 langs de Maas in Zuid-Limburg aangetroffen, werd daar vooral op spoorwegemplacementen, mijnsteenbergen en op andere industriƫle terreinen dominant. Dit bleef zo tot ca. 1985. Door toedoen van de Nederlandse spoorwegen die voor de aanleg en verbetering van schouwpaden gebruik maakte van materiaal (onder meer afkomstig van mijnsteenbergen) dat ongeveer verzadigd was van het zaad van bezemkruiskruid, was deze plant in enkele jaren tijd algemeen in vrijwel heel Nederland. Aanvankelijk in stedelijke en industriƫle gebieden, maar is de laats 5-10 jaar op veel plekken in de Zuid- en Noord-Hollandse duinen dominant geworden, op open zandgrond: op plekken waar een- en tweejarige duinplanten moeten groeien!
Invasieve soorten zijn zeer moeilijk onder controle te krijgen en het is moeilijk te voorspellen of een plant invasief is of invasief wordt. Van veel planten is wel bekend dat het elders invasieve soorten zijn. Verder weten we weinig van regionale ecotypen in Europa en elders in de wereld. Het zou ons tot denken moeten aansporen en massale zaadimport voor het inzaaien van akkerranden en bermen sterk of zelfs geheel moeten afremmen.
Met veel minder zaad, afkomstig van Nederlandse ecologische zaadtelers bereiken we op wat langere termijn wellicht een duurzamer en ecologisch meer verantwoord resultaat. Op het gebied van ecotypen zijn invasies niet direct zichtbaar, maar de kans is aanwezig dat de plek van onze inheemse korenbloem wordt overgenomen door zijn Zuid-Europese soortgenoot. De plant lijkt hetzelfde, maar de eigenschappen zijn misschien anders.