|
|
Kleine tuinmaskerbij
Hylaeus pictipes |
Kleine, tamelijk glanzende bijen; 1e tergiet opzij met haarfranjes (zeer ijle haarbandjes, haarvlekken); kop min of meer rond |
Lengte: vr & m 4-5 mm |
Lees meer |
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Vrouwtje: de orbitale sutuur sterk naar
de ocelli gebogen; 1e tergiet fijn, maar duidelijk en gepunteerd; punt tussenruimte variabel tot 3x de puntdiameter; punttussenruimte met zwakke tot duidelijke (microscopisch) netwerkstructuur; gezichtvlekken klein, in omtrek min of meer rond. |
Mannetje: 1e tergiet duidelijk gepunteerd; punttussenruimte glanzend en tot 3x de puntdiameter; 7e en 8e tergiet. |
Vliegperiode: eind mei tot half september . |
Habitat: wordt in Nederland veel verzameld op terreintjes met een sterk antropogeen karakter, zoals tuinen, parken, ruderale
terreinen, bijv. bij steenfabrieken en spoorwegemplacementen, op muren,
langs sloten en rivieroevers. Gegevens over het voorkomen in natuurterreinen
zijn schaars. |
Nesten: dorre stengels van braam; in leemwanden en in nesten van andere bijen en (graaf)wespen. |
Bloembezoek
Akkerkers, braam, geelwitte moerasboem, gewone berenklauw, gewone engelwortel, muurpeper, peen, valse kamille, voorjaarsganzerik. wilde reseda, wouw, zevenblad, zandblauwtje. (zie ook litearuur onderzoek Koster, 1986), |
Voorkomen in Nederland: vrij algemeen tot vrij zeldzaam in hoofdzaak in het binnenland, zeldzaam in
de kustprovincies. Komt steeds dun verspreid in kleine aantallen voor; is vermoedelijk algemener dan het lijkt. |
|
Hylaeus pictipes (vr) - (foto's beschilbaar gesteld door Dick Belgers) |
|
|
Kleine tuinmaskerbij (vr) op geelwitte moeraspbloem |
Terug |
|
|
Kleine tuinmaskerbij (vr) op geelwitte moeraspbloem |
Terug |
|
|
|
Kleine tuinmaskerbij (vr) op geelwitte moeraspbloem - |
Terug |
|
|
|
Kleine tuinmaskerbij (vr) op geelwitte moeraspbloem |
Terug |
|
-- |
Kleine tuinmaskerbij - Hylaeus pictipes |
Terug |
|
|
|