|
Er zijn slechts enkele waarnemingen in de periode juni - augustus |
|
Moerasmaskerbij |
Hylaeus pfankuchi |
1e tergiet opzij zonder haarfranjes (zeer ijle haarbandjes, haarvlekken);
lengte 6-7 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Mannetje: Scapus sterk verbreed, maar veel minder breed dan bij H. rinki (Het mannetje is aan de scapus goed te herkennen); |
Vliegperiode:Juni - augustus. |
Nesten: Onbekend; mogelijk in rietstengels of in rietsigaargallen (Westrich, 1989) |
Bloembezoek
Braam. koninginnekruid en watertorkruid (litearuur onder zoek Koster, 1986) |
Voorkomen in Nederland: Waarschijnlijk zeer zeldzaam. Heeft ten opzichte van andere maskerbijen een klein areal; H. pfankuchi komt voor van de Oekraïne tot West-Europa. De noordgrens van het areaal ligt in de buurt van de januari-isotherm
van - 2 ° C . Kaspisch fauna-element. In Nederland is deze soort door D. Piet enkele malen verzameld
in de omgeving van Aalsmeer en Ankeveen (Wiering, 1954).
Materiaal. — 5 exemplaren: Ankeveen (FT 49), 17.viii. 1943, 1 vrouwtje;
7.VÜ.1944, 2 vrouwtjes; Aalsmeer (FT 29), 9.vi.l945, 2 mannetjes. Is ook van de Weerribben bekend. |
|
Moerasmaskerbij - Hylaeus pfankuchi |
Terug |
|
|
Moerasmaskerbij - Hylaeus pfankuchi - |
Terug |
|
|
Hylaeus pfankuchi: scapus en sternieten |
Terug |
|
|