|
Brilmaskerbij
Hylaeus dilatatus |
1e tergiet opzij zonder haarfranjes of zeer ijle haarbandjes of haarvlekken |
Lengte: vr & m 5-ca.7 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Vrouwtje: Mesoscutum met een sterke (microscopische) netwerkstructuur (ook wel leerachig genoemd) en mat; gezichtvlekken zeer klein, ongeveer
even lang zijn als breed;
1e tergiet fijn en dicht gepuncteerd;
2e tergiet zeer fijn gepuncteerd; bovenkaak met 3 tanden. |
Mannetje: Scapus sterk verbreed, zwak ruitvormig, - (het mannetje is duidelijk te herkennen aan de brede scapus); 6e sterniet hartvormig uitgesneden; sterniet 7 en 8. |
Vliegperiode: eind mei - augustus. |
Habitat: ,
vaak in heidegebieden; in de omgeving van gestoorde delen in de heidevegetatie is deze
soort vaak te vinden, o.m. langs wegen en paden door heide, langs greppels
in ruilverkavelingsgebieden, in heidevegetaties langs spoorwegen en op emplacementen. |
Nesten: Onder meer in stengels van zuring, braam en bijvoet; kevergangen in doodhout en knaagt ook plantenstengels uit (Westrich, 1989). |
Bloembezoek
vlieg of vloog het meest op zandblauwtje; verder op boterbloem, braam, gewone engelwortel, tormentil en wilde
peen. Volgens Westrich (1989): onder meer boerenwormkruid, reukeloze kamille, zevenblad. In Nederland het meest op zandblauwtjek waargenomen. Of dat 2/3 is zoals dat staat aangegeven in Weeda (1991, p.) Nederlandse oecologische flora deel 4, is zeer de vraag. De gegevens zijn afkomstig uit Koster 1986 (p.108) , maar dat heeft betrekking op slechts 61 van de 314 vangsteenheden! (zie ook litearuur onderzoek Koster, 1986). |
Voorkomen in Nederland: Minder algemeen tot vrij algemeen op de pleistocene zandgronden ontbreekt of zeer zeldzaam in de duinen van Zeeland en op de Waddeneilanden. In de buurt van de nesten zijn ze in kleine aantallen te vinden, vaak met lange tussenpauze. Deze soort is waarschijnlijk iets algemener dan wordt gedacht. |
Beheer: foerageert zowel in vegetaties op voedselarme als op voedselrijke bodems. Vegetaties op voedselarme tot matig voedselrijke, maar vrij droge bodems worden meestal na de vliegperiode gemaaid; op rijkere bodems worden vooral berm- en greppelvegetaties tijdens het vliegperiode gemaaid. Lokaal kan dit zeer fataal zijn. |
--- |
Terug |
Brilmaskerbij - Hylaeus annularis |
|
|
|
|
|
Brilmaskerbij - Hylaeus annularis |
Terug |
|
Op deze foto is goed te zien dat de scapus aan de achterkant hol is. |
|
Brilmaskerbij - Hylaeus annularis |
Terug |
|
|
Brilmaskerbij - Hylaeus annularis (vr) (foto Henk Wallays) http://tinyurl.com/7ptc4m9) |
Terug |
|
|
Brilmaskerbij - Hylaeus annularis (vr) (foto beschikbaar gesteld door Henk Wallays) http://tinyurl.com/7ptc4m9 (www.flickr.com) |
Terug |
|
|
Brilmaskerbij - Hylaeus annularis (foto Cor Zonneveld) http://www.corzonneveld.nl |
Terug |
|
|
-- |
Terug |
Hylaeus annularis |
|
|
|
|
Hylaeus annularis |
|
|
1 tergiet H.annularis: punctering fijn en tussenruimte zeer fijn netvorming gerimpeld. |
1e tergiet H.spilotus: punctering vrij grof en tussenruimte glad. |
|
|
- |
|
Hylaeus annularis 7e en 8e sterniet |
Terug |
|
Voor verhoudingen en maten zie: A.Koster 1986 (p.90) |
|