|
Gestippelde maskerbij
Hylaeus clypearis |
Zowel bij het mannetje als bij het wijfje zijn het 1e en 2e tergiet sterk en zeer dicht gepuncteerd. Lengte 3,5-5 mm |
Lees meer |
|
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Zowel bij het mannetje als bij het wijfje zijn het 1e en 2e tergiet sterk en zeer dicht gepuncteerd ze zijn daardoor gemakkelijk van andere kleine soorten te onderscheiden; 1e tergiet zonder haarfranjes opzij. |
Vrouwtje: grote gezichtvlekken,
die beneden de antennesokkel het hele gebied naast de ogen vullen;
de orbitale sutuur (groef op de schedel) is sterk naar de puntogen toegebogen; bovenkaak met 2 tanden. |
Mannetje: onderste helft/gedeelte(de grens is niet scherp) van de clypeus zwart ( in Koster 1986 p. 21 staat het verkeerd) en de gezichtvlekken naast de ogen
steken ver boven de antennesokkel uit; sternieten; lengte 4-5 mm. |
Vliegperiode: In Nederland is de soort van begin juni tot half augustus verzameld. Volgens
Jörgensen (1921) vliegt ze in juli-september. |
Nesten: dorre stengels van braam
en roos. |
Bloembezoek
Peen, wilde reseda, wilde kruisdistel, en zandblauwtje. (Peeters et al 2012, Westrich 2018).(zie ook litearuur onderzoek Koster, 1986). |
Voorkomen in Nederland: voor 1980 alleen in de oostelijk helft van Noord-Brabant en Limburg, later ook Den Dolder (1982) en Cuijk (1983). |
|
Gestippelde maskerbij - Hylaeus clypearis |
|
|
Gestippelde maskerbij - Hylaeus clypearis |
|
|
|
|