|
||||||||||||||
Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen. | ||||||||||||||
De kop in vooraanzicht relatief smal en de wangen (gena) vrij lang; 1e tergiet opzij met haarfranjes (zeer ijle haarbandjes, haarvlekken); 1e tergiet een duidelijke netwerk (reticulaire) sculptuur en duidelijk is gepuncteerd. Lijkt veel op H. confuses. Door variatie is het soms lastig om de soorten van elkaar te onderscheiden. | ||||||||||||||
Vrouwtje punten van het
1e tergiet lijnvorming gegroepeerd en vormen dan zwakke dwarsindrukken die bij strijklicht goed te zien zijn; bovenkaak met 2 tanden; lengte 6-8 mm. |
||||||||||||||
Mannetje: kaken en het labrum meestal geelachtig; sternieten; lengte 6-8 mm. | ||||||||||||||
Vliegperiode: mei- begin september | ||||||||||||||
Habitat: in allerlei habitats onder meer duinen, heiden, wegbermen, tuinen, zandgroeven, spoordijken en spoorwegemplacementen | ||||||||||||||
Nesten: in afgestorven holle braamstengels, in kevengangen van dood hout en in nestblokken. | ||||||||||||||
Bloembezoek Akkerdistel, akkerkers, braam, gewoon duizendblad, gewone engelworte peen, tormentil, wilde reseda, wit vetkruid, wouw, zandblauwtje. Volgens Westrich (2018) ook: kruisdistel, vijfvingerkruid, witte honingklaver, zilverschoon (zie ook litearuur onderzoek Koster, 1986). |
||||||||||||||
Voorkomen in Nederland: buiten de zeekleigebieden, IJsselmeerpolders en Waddeneilanden vrij algemeen. | ||||||||||||||
Beheer: in grasland zeer gevoelig voor maaien. | ||||||||||||||
Weidemaskerbij - Hylaeus gibbus (m) | Terug | |||||||||||||
Weidemaskerbij - Hylaeus gibbus (m) | Terug | |||||||||||||
Weidemaskerbij - Hylaeus gibbus (m) | Terug | |||||||||||||
Weidemaskerbij (vr) | Terug | |||||||||||||
Weidemaskerbij (kop m) | Terug | |||||||||||||
Weidemaskerbij (sternieten m) | Terug | |||||||||||||