Blokhoofdgroefbij
Halictus maculatus
zwarte bijen met dunne breed onderbroken haarbanden; in vergelijking met de andere soorten van halictus relatief breedhaarbanden
Lengte: vr.8-10, m 6-9 mm
Lees meer
 

Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.-
Vrouwtje: Lengte 8-10 mm.
Mannetje: Lengte 6-9 mm.
Vliegperiode: mei- september
Nesten: in de grond.
Bloembezoek
Akkerdistel, braam, echt bitterkruid, gewone berenklauw, gewoon duizendblad, gewone margriet, knolboterbloem, kool, korenbloem, muizenoor, paardenbloem, peen, witte honingklaver, herik, voorjaarsganzerijk, witte klaver zandblauwtje (Westrich, 2018).
Voorkomen in Nederland: in hoofdzaak in Limburg.
Koekoeksbijen:
Fragment samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit Jan: Het vrouwtje van Halictus maculatus is in het veld te herkennen aan de korte haarbandjes op het achterlijf, het hoge voorhoofd en de opvallend brede slapen. Deze soort kwam vroeger in Nederland voor in het zuidoostelijk deel van het land, vooral in Zuid-Limburg en in het oostelijk rivierengebied. De opgaven van Den Dolder (1923), Bergen op Zoom (1924), Udenhout (1950), Beilen (1978), Holten (1979) en Zoetermeer (1984) moeten nog gecontroleerd worden. In het rivierengebied werd de soort recent alleen langs de Maas bij Maastricht en Thorn gevonden. H. maculatus is polylectisch. Het is een primitief sociale soort. Ze lijkt bij voorkeur in klei of lemig zand te nestelen. Bij Thorn zijn. verschillende nesten bij elkaar gevonden op een leemstrandje. Het gedrag lijkt veel op dat van H. scabiosae. Als koekoeksbijen komen Sphecodes rufiventris en S. ephippius in aanmerking.
--
Blokhoofdgroefbij - Halictus maculatus -
Haarbanden van het mannetje vallen samen met de basale haarbanden het lijkt dan of ze doorlopend zijn.
 
Blokhoofdgroefbij - Halictus maculatus (vr)