Tuinen voor bijen

Als je een bloemrijke tuin aanlegt met alleen planten die je leuk vindt, maar dubbelbloemige cultivars zo veel mogelijk uitsluit,  is de kans zeer groot dat een aantal (veel of weinig) wilde bijen de tuin toch gaan bezoeken. De meeste tweezaadlobbige tuinplanten zijn ook bijenplanten. Als je bijen wilt aantrekken die kritisch of sterk gespecialiseerd zijn, moet een gedeelte van de beplanting op deze bijen worden afgestemd.

 

Een voorbeeld van hoge ruige beplanting afgestemd op wilde bijen, honing-bijen en vlinders.  Grote kattenstaart wordt hier bezocht door kattenstaartbij,  grote wederik door slobkousbij, siererwt door lathyrusbij, Inula helenium door tronkenbij.  De genoemde planten worden ook door andere wilde bijen bezocht

 

Een terras met los plaveisel  en 8 plantvakken. Sierlathyrus in een pot, lathyrusbij;  scharlei tuinbladsnijder, grote wolbij, lathyrusbij; Erysimum, grote bladsnijder, rosse metselbij, gewone sachembij; marjolein blauwe metselbij; kardoen veel hommels en tuinbladsnijder en nog een 10 tal andere soorten bijen.

 

Geranium rozanne is een nectarplant trekt uitsluitend wilde bijen aan in combinatie met stuifmeel leverende bijenplanten. Deze bijenkroeg wordt zelfs door zeer gespecialiseerde bijen bezocht, onder meer: slobkousbij, klokjes- dikpoot, grote en kleine klokjesbij en tronkenbij. Verder ook door maskerbijen, behangersbijen  en groefbijen

 
Ruig klokje is een wilde plant waar de meeste tuinbezitters geen weet van hebben. De grote klokjesbij (foto), kleine klokjesbij en klokjesdikpoot zijn van klokjes afhankelijk en komen zeer waarschijnlijk meer in tuinen voor dan in andere habitats.
 
In het zuidoostelijk gedeelte van Nederland is grote kattenstaart vooral van betekenis voor de kattenstaartbij die alleen op deze plant vliegt. Deze bij breidt zich naar het noorden  en westen uit. Grote kattenstaart wordt ook door andere bijen bezocht onder meer door tuinbladsnijder
 

Gewone slobkousbij is volledig gespecialiseerd op soorten van het geslacht wederik (Lysimachia): in de Nederlandsche situatie is dat in de praktijk vrijwel alleen grote wederik. Maar deze plant kan uitlopers van 2 m maken en komt dan tussen andere planten op.

 

Lathyrusbij is gespecialiseerd op Lathyrus en op andere vlinderbloemige planten o.m:brede lathyrus, , blazenstruik. Deze planten doen het ook goed in tuinen.

 
Twee tuinen 100% itentiek: bodem belanting etc. De ene tuin ligt in de Bilt in Friesland de andere Aan de rand van Maastricht. In Maastricht zal je zeker 75 soorten wilde bijen in deze tuin kunnen waarnemen. In de Bilt misschien 10 of hooguit 20 soorten. De tuin ligt in Veenendaal daar zijn de laatste 10 jaar ruim 50 soorten wilde bijen waargenomen. Deze tuin zou ook in de grachtengordel van Amsterdam kunnen liggen of op een open bloemrijke plek bij de Brettezone. ook dan zal er een groot verschil zijn in het aantal soorten wilde bijen in deze identieke tuinen.
 

De locatie in het stedelijke gebied heeft een enorme invloed op het voorkomen van wilde bijen. Dit geldt ook voor de openheid en de ouderdom van de tuin en de gebouwen die er omheen staan.

 

De Pandhof bij de Dom, midden in de stad Utrecht, een plek waar je het niet zou verwachten, komen toch nog meer bijen voor dan je zou denken. Veel bijenplanten zijn hier aangeplant, maar veel wilde bijen kwamen hier in 2007 niet voor, in Utrecht 2016 lijkt dat iets verbeterd. Dezelfde tuin midden in Maastricht zou veel meer wilde bijen aantrekken.

 

Zulke dorpen, midden in intensief agrarisch gebied, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit op het platteland, maar de geisoleerde ligging in een intensief veeteeltgebied belemmert en vertraagt de vestiging van wilde bijen enorm. Maar als je niets doet zal het ook nooit verbeteren (Lutkewierum 2007)