---- |
|
Systeem van de bijenkalender |
Top-100 en Top-50 |
Toepassing in tuinen |
Op de bijenkalender staan ca 75 bijen die in tuinen voorkomen of kunnen worden verwacht. Deze bijen vliegen niet allemaal in dezelfde, maar in verschillende overlappende perioden: |
Voor een diverse bijenfauna in de tuin moeten er het hele vliegseizoen bijenplanten voorkomen. Veel bijen zijn gespecialiseerd op enkele planten of hebben een voorkeur voor bepaalde groep planten. Planten waar bijen op vliegen, kunnen langer of korter bloeien dan een wilde bij leeft. |
Er zijn twee zoekmogelijkheden: de vliegperiode van de bijen en de bloeiperiode van de bijenplanten. |
De bijen-bloeikalender is gebaseerd op het begin van de vliegperioden van de bijen. In de gele kolom staat tot hoe lang de bijen doorvliegen. De bijenkalender toont voornamelijk de hoofdvliegperioden. Verder kunnen de vliegperioden tussen het zuiden en noorden van het land zeker wel twee weken verschillen In het overzicht per maand wordt ook de bloeiperioden van de planten aangegeven. Deze staan op volgorde van bloei. Bij veel planten heeft de bij een ruime speling om te overleven als sommige planten op een plek zijn uitgebloeid of verdwenen. Bij een # vliegt de bij zeer lokaal (binnen zijn eigen actieradius) op 1 of op enkele planten. Dit zijn meestal gespecialiseerde een daardoor kwetsbare bijen.
|
Meer informatie |
onder de links van de bijen staat meer informatie over: |
- |
over het vliegverloop van de bijen (een grafiek) |
- |
bijenplanten waarop de bijensoort foeragerend is waargenomen (eigen waarnemingen) |
- |
Een verspreidingskaartje om in te schatten welke bijen op een plek in Nederland in een tuin kunnen worden verwacht |
- |
Onder de links van de planten kan men zien door welke andere bijen de planten worden bezocht. |
|
|
|
--- |
Terug |
Top-100+ inheemse en Top 50+ uitheemse bijenplanten (*) (zie www.bijenplanten.nl) |
De Top-100+ ( ca.110 soorten) en de Top-50 (ca.60 soorten) zijn relatieve, hier niet wetenschappelijk gedefinieerde begrippen, en zijn in hoofdzaak gebaseerd op ervaring. |
Het zijn planten waarvan bijen voor stuifmeel geheel of sterk afhankelijk zijn of zeer geregeld op deze planten zijn te vinden. (zogenaamde voorkeursplanten) |
Het gaat er niet alleen om of een plant vaak door wilde bijen wordt bezocht, maar ook om de betekenis die een plant heeft voor het in stand houden van een bijensoort in Nederland. In de praktijk kan dat betekenen dat in grote delen van Nederland een bijenplant van de top-100 zeer algemeen voorkomt, maar dat wilde bijen hier niet of nauwelijks zijn te vinden. |
Voorbeeld fluitenkruid: Op de meeste plekken komen er geen wilde bijen op fluitenkruid voor. In kleinschalige landschappen of bijvoorbeeld op landgoederen kan dat wel het geval zijn. Onder meer in het heggenlandschap aan de Maas tussen Cuijk en Vierlingsbeek. |
Voorbeeld gele ganzenbloem: sommige planten worden niet of nauwelijks wilde bijen waargenomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor gele ganzenbloem. Maar in onze tuin werd hij in 2013 druk door wilde bijen bezocht. Binnen twee weken werden 10 soorten waargenomen; in andere jaren is dat minder. Dit incidentele geval is geen aanleiding om deze plant in de Top-100 op te nemen. |
--- |
Toepassing in tuinen (T) |
Er wordt aangegeven welke planten in tuinen kunnen worden toegepast. Dat betreft zowel wilde planten als tuinplanten. Daarnaast bestaan er vele tientallen soorten planten die zich spontaan in allerlei tuinen vestigen en door velen als onkruid worden bestempeld. De meeste van deze planten worden ook door wilde bijen en veel andere soorten insecten bezocht. Deze planten staan ook op de lijst. Het overgrote deel van de genoemde planten staan in de top-100 van wilde of top-50 van tuinplanten. Een paardenboem hoeft men niet te zaaien die komen meestal van zelf, bij bijvoorbeeld biggenkruid is dat op veel plekken in Nederland niet het geval. De wilde (inheemse planten groeien meestal het beste als het milieu in de tuin zoveel mogelijk aansluit op het natuurlijke milieu van de plant. Zie hiervoor de gelinkte planten namen. |
Het overgrote deel van deze planten is "inheems". Veel van deze planten zijn gewoon bij vaste plantenkwekers en in tuincentra als tuinplanten te koop. (soms de meest hardnekkige 'onkruiden') Omdat het ingewikkeld is om aan te geven wat uitheemse/exotische of inheemse planten zijn, is dit onderscheid in de tabel niet gemaakt. Ongeveer de helft van onze wilde flora is oorspronkelijk niet inheems. Sommige soorten lijken inheems maar hebben hun genetische roots in andere delen van Europa. Klik op de link voor meer informatie per plant. De planten die door de gemiddelde burger als tuinplant of sierplant worden gezien zijn met een groene kleur gemarkeerd. |
|
Terug |
Maak een bijenvriendelijke tuin |
In Nederland komt een enorm aantal tuinen voor die met elkaar een oppervlakte van duizenden hectaren vormen. Ze liggen in alle delen en op alle grondsoorten van het land. In al deze tuinen kunnen wilde bijen foerageren en nestelen. Als er voldoende drachtplanten zijn en nestgelegenheid aanwezig is, kunnen wilde bijen talrijk in tuinen voorkomen, zelfs zeldzame soorten. |
Plantencombinaties en beheer (/onderhoud) |
Vooral in ecologisch ingerichte en beheerde tuinen met plantencombinaties zoals ze ook in de natuur voorkomen, kunnen veel soorten wilde bijen aantrekken. Voor plantencombinaties op ecologische grondslag en het beheer daarvan wordt verwezen naar bijenbeheer via www.bijenhelpdesk.nl . Dit beheer kan ook op kleine schaal worden uitgevoerd. |
Planten voor tuinen: in principe kunnen alle planten in tuinen worden toegepast. Het slagen daarvan is afhankelijk van de bodem en de grootte van de tuin. Is er bijvoorbeeld ruimte voor een ruderale hoekje waar onder meer distels of koolzaad kunnen groeien. Daarnaast moet men zelf ook enige ervaring op doen om met deze planten om te gaan. |
Naast inheemse planten kunnen ook exotische tuinplanten worden gebruikt. Het grootste gedeelte van deze planten, trekken de meeste bijen aan als er ook inheemse planten in de naaste omgeving voorkomen. |
Enkele aandachtspunten |
- Zorg voor goede plantencombinaties |
- Zorg voor een spreiding in de bloeitijd |
- Zorg voor nestgelegenheid |
- Liefst niet te veel en te diep spitten |
- Pesticiden zijn taboe |
- Communiceer zoveel mogelijk met buren en anderen over je bijenvriendelijke tuin |
Terug |
|