Zijdebijen - Colletes | ||||
Bijen met 3 submarginale cellen in de voorvleugels: 3e Sm.cel kleiner dan 1e Sm. cel | ||||
Zijdebijen zijn matig behaarde bijen (7-15 mm). De meeste soorten hebben strakke, contrasterende haarbandjes op de eindrand van de tergieten (segmenten). Die ontbeken bij de grote zijdebij; verder meestal ook een basale haarband op het tweede tergiet. De voorvleugels hebben 3 submarginale cellen: de 1e is veel groter dan de 3e; de 2e en 3e zijn ongeveer even groot. Samen met maskerbijen (Hylaeus) is de tweelobbige tong het meest kenmerkend. Die is met een loep gemakkelijk te zien (zie foto rechts). Verzamelharen: bevinden zich op de achterpoten en zijn vergeleken met andere niet parasitaire bijengeslachten slecht ontwikkeld. 9 Nederlandse soorten. |
||||