Duinzijdebij
Colletes fodiens
Matig behaarde bijen met dichte haarbandjes op het einde van de tergieten
Lengte: vr & m 8-11 mm
Lees meer
 
 

Grafiek en/of kaartje naar T.M.J .Peeters et al.. Waarneming.nl. en anderen.-- --
Matig behaarde bijen met dichte haarbandjes op het einde van de tergieten; haarbandje 1e tergiet weinig onderbroken en 2e tergiet met een basale haarband. Borststuk met bruingele beharing; tergieten min of meer dof en met een dichtte puntering zonder glanzende tussen ruimte; lengte 8-11 mm. Beschrijvingen m en vr naar J.Smit. en Blütghen (1930). Voor onderscheid met andere soorten zie tabel.
Vrouwtje: achterlijf met brede geelachtige haarbanden; 1e tergietlangbehaard en relatief dun gepuncteerd de afstand tussen stippen is meestal groter dan de doorsnee van de stippen zelf; wangen op het smalste deel hoogstens half zo langs als de dikte van de antenne.
Mannetje: sterniet 6 opzij met stomp, kort behaard bultje; 1e en 2e tergiet langbehaard. Voor details sterniet 7 zie Tabel zijdebijen
Vliegperiode: juli - augustus
Habitat: het zwaartepunt ligt in zandige milieus, in verband met de drachtplanten meestal grenzend aan of binnen vliegbereik van schrale tot matig voedselrijke plaatsen. Het meest in duingebied, verder in zandgroeven, ruderale terreinen, stads(bermen), randen van beplantingen.
Nesten: graaft nest in zandige bodem.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) composieten met buisbloemen: Boerenwormkruid, gewoon duizendblad. heelblaadjes, jacobskruiskruid, kamille, madelieffijnstraal,
Voorkomen in Nederland: buiten de zeekleigebieden algemeen tot vrij algemeen met het zwaartepunt in het duingebied en in het Zuid-oostelijk rivierengebied.
Koekoeksbijen: gewone viltbij (Epeolus variagatus)
Beheer: vóór en tijdens vliegperioden niet maaien.
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan:Het vrouwtje van de duinzijdebij valt op door de relatief brede haarbanden op het achterlijf. In Nederland komt deze zijdebij verspreid over het hele kustduingebied voor en zij wordt ook op de hoge zandgronden in het binnenland aangetroffen. In het binnenland is de soort echter minder talrijk. Toch is de Nederlandse naam duinzijdebij ongelukkig gekozen, want Colletes marginatus zou eerder voor deze naam in aanmerking komen. De duinzijdebij graaft haar nesten in de grond. Deze oligolectische soort is gespecialiseerd op composieten (Asteraceae). In de kustduinen vliegt de soort op jacobs­ kruiskruid Senecio jacobaea, maar zij is ook aan te treffen op boerenwormkruidTanacetum vulgare en andere composieten
 
Vrouwtje op boerenwormkruid Terug
 
Vrouwtje op boerenwormkruid Terug
 
Vrouwtje bij het nest - volgende foto Terug
 
Vrouwtje bij het nest Terug
 
Bij op jacobskruiskruid Terug
 
Gewone viltbij - Epeolus variegatus (m) Terug