|
Grote kegelbij
Coelioxys conoidea |
Met brede witte haarbanden die in het midden zijn onderbroken. Vrouwtje met spits achterlijf |
Lengte: vr12-16, m 12-15mm |
Lees meer |
|
|
|
|
|
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al. |
Met brede witte haarbanden die in het midden zijn onderbroken; Binnen sporen van de achter schenen sterk verschillend; binnenspoor duidelijk gekromd en spits buitenspoor recht en stomp. |
Vrouwtje: met een zeer spits toelopend achterlijf; mannetjes met doorns op het einde achterlijf. haarband tergiet 5 wit. |
Mannetje: haarband tergiet 5 bruin, punt van het achterlijf (tergiet 7) met 8 doorns. |
Vliegperiode: juni-augustus. |
Habitat: kustduinen en in het verleden ook binnenlandse zandgronden en Midden- en Zuid-Limburg. |
Nesten en milieu: parasiteert in nesten van behangersbijen ( in Nederland waarschijnlijk kustbehangersbij die op open zandige plekken voorkomt. |
Gewone rolklaver, kleine tijm, zandblauwtje, zeedistel, slangenkruid, speerdistel, knikkende distel, knoopkruid, schermhavikskruid. knoopkruid, zandblauwtje (Westrich 2018). |
Voorkomen in Nederland: Zeer zeldzaam. |
Beheer: eventueel door begrazing dichtgroeien van open plekken voorkomen. |
|
|
|
|
|
|
|