Zuidelijke klokjesbij
Chelostoma distinctum
Zeer kleine, slanke, zwarte bijen; rugsegmenten zonder haarbandjes
Lengte: vr & m 4-6 mm
Lees meer
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.
Vrouwtje: antennen duidelijk knuppelvormig verdikt; scopa witachtig tot grauwgeel. Is in het veld niet te onderscheiden van kleine klokjesbij.
Mannetje: 5e sterniet met zeer lange haarkam die bijna tot het einde van het 6e sterniet reikt; 2e sterniet met een dwarse uitstulping.
Vliegperiode: juni - rond begin augustus.
Habitat: fourageren op overwegend schrale bodems i.v.m. grasklokje; onder meer bosranden en bermen.
Nesten: nestelen in kevergangen in doodhout en holle stengels.
Bloembezoek
Is geheel afhankelijk van (gespecialiseerd op) klokjes, in Nederland in hoofdzaak op grasklokje; in Midden-Europa ook op andere klokjes.
Voorkomen: Zuid- en Midden-Limburg.
Koekoeksbijen: Kleine tunebij (Stelis minima)
Beheer: voornaamste drachtplant in Nederland is grasklokje. Deze groeit in grazige vegetaties op voedsel arme tot schrale/matig voedselrijke droge tot vochthoudende bodems. Als deze vegetaties ecologisch worden beheerd, worden ze 1 x per jaar na de vlieg periode gemaaid. Maaien enkele weken vóór en tijdens de vliegperiode kan fataal zijn voor de zuidelijk klokjesbij en alle andere bijen die in deze vegetaties foerageren.
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan:De zuidelijke klokjesbij is in Nederland voor het eerst verzameld in 1924 in Zuid-Limburg, waar de soort ook nu nog voorkomt. Verder is zij bekend van verschillende plaatsen in Midden-Limburg en van de Gelderse plaatsen Babberich (1944) en Wageningen (1973). De soort leidt een onopvallend bestaan en wordt daarom in het veld niet vaak opgemerkt. Verschillende exemplaren zijn gevonden na het kweken van larven uit nestmateriaal. De zuidelijke klokjesbij nestelt in hout, waarin zij gangen uitvreet, en in holle stengels. De soort is bijvoor­ beeld gekweekt uit een weilandpaaltje (Lefeber 1984). Evenals de verwante C. campanularum is C. distinctum sterk gebonden aan klokjes (Campanula).Ze vliegt over het algemeen iets vroeger dan C. campanularum. Vrouwtjes worden relatief weinig gevangen. Vermoedelijk treedt de kleine tubebij Stelis minima op als broed­ parasiet.(Bron onderstaande link nederlandsesoorten
 
Zuidelijke klokjersbij - Chelostoma distinctum