Hommels - Bombus
Bijen met 3 submarginale cellen in de voorvleugels: Sm-cellen ongeveer even groot
Hommels zijn de meest opvallende wilde bijen. Door hun beharing kunnen ze niet met andere bijen worden verward. Vooral door de grote, pelsachtig behaarde en opvallende gekleurde koninginnen die al vroeg in het voorjaar vliegen. Vaak zijn ze door hun laag zoemend geluid ook duidelijk hoorbaar.
Hommels hebben een lange tong waarmee ze nectar kunnen zuigen van bloemen met een relatief lange kroonbuis. Honingbijen, die een kortere tong hebben, zijn daar vaak niet toe in staat. Verder hebben ze aan hun achterpoten een korfje waarin ze stuifmeel verzamelen en transporteren. Voorvleugels met 3 submarginale cellen, puntogen staan in een zeer stompe hoek of anders gezegd bijna in een rechte lijn.
Hommels kennen net als honingbijen een sociale levenswijze. Er is een koningin en er zijn werkers. In het vroege voorjaar maakt de koningin zelf een begin met het stichten van een hommelvolk. Na enige weken wordt dat door de eerst uitkomende bijen overgenomen. Deze bijen zijn meestal klein. Vaak nog kleiner dan de rosse metselbij die ook vrij vroeg in het voorjaar vliegt. Geleidelijk aan worden de hommels groter. In de zomer bereikt het hommel volk zijn volle omvang, de nieuwe koninginnen worden bevrucht. Deze koninginnen blijven vliegen tot in de nazomer of vroege herfst. Ze gaan dan ook op zoek naar een overwinteringsplaats.
Links en literatuur
Een aantal links geeft goede informatie en/of beeldmateriaal
Literatuuroverzicht over determinatie hommelse
Ruim 40 Europese soorten.
Een uitvoerige Engelse website over hommels
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hommels