Randjesbloem - Aubrieta deltoidea
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) |
Bloeiperiode: april-juni. |
Bloem: blauwpaarsachtig, verder variërend van roze tot wit; bloem kortgesteeld. |
Blad: klein, eivormig en kort behaard; bladrand spaarzaam tot grof getand. |
Hoogte: 0,1 - 0,2m. |
Opmerking: zodevormende plant met liggende stengels; Groenblijvend in zachte winters; Bij kweekvormen kunnen blad en bloem sterk afwijken |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vrij droge/iets vochtige, schrale/matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende bodems en substraten; zon. (groeien ook op meer vruchtbare bodems, maar krijgen dan door een sneller groei een wekere structuur, waardoor ze gevoeliger worden voor vorst) |
Herkomst: Zuidoost-Europa; zelden verwilderd |
Toepassing: tuinen, rotstuinen, muurtuinen, plantenbakken, tegel- en gevel, tuinen. |
Beheer: Is droogte gevoelig in plantenbakken. |
Wilde solitaire bijen |
|
Grasbij |
Andrena flavipes |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Dracht: nectar en geel stuifmeel?. Indicatie voor dracht: code Hb1. In het algemeen weinig door bijen bezocht. Is waarschijnlijk een betere drachtplant in de naaste omgeving van bijenvolken of op een plek waar wilde bijen talrijk voorkomen. |
|
Fragment plant |
|
|
Fragment rotstuin |
|
|
Grasbij (Andrena flavipes) |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Honingbij met geel stuifmeel |
|
|
Gehakkekde aurelia |
|
|
Gehakkekde aurelia |
|
|