Tuinasperge - Asparagus officinalis subsp. off. Arsperge-
Asparagaceae- Aspergefamilie; voorheen Leliefamilie - Liliaceae |
Drachtplant, hommelplant, bijenplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: mei-juli |
Bloem: bloem kleiner dan 1 cm, groenig, bloeiwijze een okselstandige armbloemige tros |
Blad: (zijscheutjes stengels) klein en afgeplat naaldvormig, gegroepeerd in bundels van 5 tot 15 |
Vrucht: een bes |
Overige: stengels verder bezet met korte bladschubben; wortelstok dik en kruipend |
Hoogte: 0,5-1,8 m |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: droge tot vochthoudende, schrale tot matig voedselrijke en vaak kalkhoudende, zandige en lemige bodems; in grazige vegetaties en tussen struweel; in kust- en rivierduinen, op spoordijken, braakliggende overhoeken; zonnig |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen tot zeldzaam, vaak verwilderd. |
Fauna: wilde bijen, hommels, honingbijen, vlinders. |
Toepassing: aspergeakkers, tuinen. |
Beheer: zo veel mogelijk met rust laten, schaduw voorkomen; speciaal beheer meestal niet nodig; struwelen pleksgewijs open houden en overgroeiing door houtige soorten voorkomen. |
Wilde solitaire bijen |
|
zesvlekkige groefbij |
Lasioglossum sexnotatum |
|
|
Glanzende bandgroefbij |
Lasioglossum zonulum |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (5 in akkers). |
|
Plaat tuinasperge (Bron: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885) |
|
|
Bloem en bes (overgenomen van Wikiopedia Commons: bloem ©Rasbak; bes ©H. zell) |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Plant in de duinen |
|
|
Plant in een berm |
|
|
Een aspergeakker |
|
|
Een steenhommel |
|
|
Zesvlekkige groefbij - Lasioglossum sexnotatum --- |
|
|
Zesvlekkige groefbij - Lasioglossum sexnotatum --- |
|
|
Zesvlekkige groefbij - Lasioglossum sexnotatum - |
|
|
Zesvlekkige groefbij - Lasioglossum sexnotatum |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|