Grote leeuwenbek - Antirrhinum majus
Weegbreefamilie - Plantaginaceae; voorheen Helmkruidfamilie - Scrophulariaceae)
Hommelplant, bijenplant, drachtplant
Een eenjarige plant (op vorstvrije plekken meerjarig)
Bloeiperiode: juni-augustus
Bloem: de botanische soort heeft roodpaarse bloemen met gele vlekken, bloeiwijzen een aarvormige tros
Blad: bladen lancetvormig
Vrucht: een doosvrucht
Hoogte: 0,4-0,8 m
Opmerking: Is op vorstvrije plaatsen overblijvend, maar kortlevend. Er bestaan veel kweekvormen
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochthoudende tot vrij droge, matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende bodems of stenig substraat zoals oude verweerde muren; overblijvend in zachte winters, maar zeer gevoelig voor winternatte bodems; zonnig.
Herkomst: Zuid-Europa, Middellandse Zeegebied, verwildert soms, vooral in stedelijk gebied, maar houdt geen stand.
Toepassing: tuinen, plantenbakken, tegel en steentuinen.
Beheer: moet steeds opnieuw worden gezaaid of uitgeplant.
Wilde solitaire bijen: grote wolbij. Bezoek van deze bij is sterk afhankelijk van de andere bijenplanten die in binnen vliegbereik voorkomen. Op eigen kracht trekt deze plant grote wolbij niet aan.
Dracht: bij kleinbloemige kweekvormen nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. Het bloembezoek hangt sterk af van de grootte van de bloem en de grote van bijen. Hommels zijn krachtig genoeg om de plant binnen te dringen. Als dat eenmaal is gebeurt, hebben andere bijen gemakkelijker toegang.
 
Plant (een kweekvorm)
 
Bloem
 
Bloem
 
Een voortuin; de plek waar de bijen zijn gefotografeerd
 
Grote wolbij (vr)
 
Grote wolbij (vr)
 
Grote wolbij (vr)
 
Grote wolbij (vr)
 
Grote wolbij (vr)
 
Grote wolbij (m)
 
Grote wolbij (m)
 
Grote wolbij (m)
 
Grote wolbij (m)
 
Grote wolbij (m)
 
Grote wolbij (m)
 
Paring grote wolbij
 
Blauwzwarte houtbij (gefotografeerd in Zuid-Frankrijk)