Wondklaver - Anthyllis vulneraria
Vlinderbloemfamlie - Fabaceae |
Hommelplant, bijenplant, vlinderplant, drachtplant |
|
Een overblijvende (kortlevende vaste) plant |
Bloeiperiode: mei-juni. |
Bloem: bloem geel, soms rood aan-gelopen, in het buitenland geregeld rood; bloeiwijze een hoofdje vaak 2 of 3 bij elkaar; afzonderlijke bloemen voor grootste deel door een opgeblazen pluizige witachtige kelk omgeven; schutblad handvormig gedeeld |
Blad: rozetbladeren oneven geveerd, 5 tot 7 blaadjes, een langwerpig topblaadje, stengelbladeren diep veervormig gedeeld (9 tot 15-tallig) |
Vrucht: een meestal eenzadige peul |
Overige: stengels dicht zijdeachtig behaard, liggend en uitgespreid |
Hoogte: 0,15-0,6 |
|
Milieu: meestal op droge, voedselarme kalkhoudende zandige bodems; op min of meer open gronden; in grazige vegetaties in de duinen, en in wegbermen door de duinen; verder veel op spoorwegemplacementen in Noord- en Zuid-Holland die met duinzand zijn aangelegd (tot 1995 waargenomen) en in Zuid-Limburg; op spoorwegterreinen ook als pionierplant die als zodanig tientallen jaren kan standhouden. Op het spoorwegterrein van Schiedam-Centraal was de soort al voor 1990 aanwezig, leek al verschillende keren helemaal verdwenen, maar kwam in de zomer van 2012 nog steeds talrijk voor; dit geldt nog sterker voor andere spoorweg emplacementen waar de soort zich vrijwel zeker meer dan een halve eeuw kon handhaven; open plekken voor nieuwe kieming zijn daarvoor wel noodzakelijk; zonnig. |
Verspreiding in Nederland: in hoofdzaak in de kuststreek ten zuiden van bergen en in Zuid-Limburg. Op de meeste spoorwegemplacementen is wondklaver verdwenen of sterk terug gedrongen, onder meer door aanleg van parkeerplaatsen. |
Toepassing: tuin; steen, ook uitgezaaid in stadsbermen, maar verdwijnt meestal volledig na 3 tot 10 jaar. Onder natuurlijke omstandigheden is wondklaver al een soort die geregeld verdwijnt; in ingezaaide bermen en graslanden is dat veel sterker. |
Beheer: maximaal eenmaal per jaar in de nazomer maaien. Waar deze soort veel voorkomt en de vegetatie niet gesloten is, is jaarlijks maaien niet noodzakelijk; nu en dan de bodem open houden. |
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen; volgens Westrich (1989) mooie sachembij (Anthophora aestivils) maar die komt in Nederland waarschijnlijk niet voor. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. Waar bijenvolken in de buurt staan zal de plant drukker worden bezocht. |
|
Platen wondklaver (Bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885; rechts: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Platen wondklaver (Bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm; rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora.) |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
|
Bloeiwijze van opzij |
|
|
Plant |
|
|
Fragment van een duinvegetatie |
|
|
Einde spoowegperron |
|
|
Een berm Amstelveen: wondklaver verdwijnt meestal volledig na 3-10 jaar |
|
|
Een middenberm in Amstelveen |
|
|
Akkerhommel |
|
|
Akkerhommel - volgende foto |
|
|
Akkerhommel |
|
|
|
Bloeiwijze met een blauwtje |
|
|