Angelica gigas
Schermbloemenfamilie - Apiaceae |
Drachtplant, hommelplant |
|
Een tweejarige, soms een kortlevende vaste plant |
Bloeiperiode: juni - augustus |
Bloem: bloem roodpaars, bloeiwijze een scherm |
Blad: blad geveerd, groen en vaak met rode hoofdnerven, bladschede en stengels eveneens roodpaars |
Vrucht: en tweedelige splitvrucht |
Overige: stengels overwegend roodpaars |
Hoogte: 1,0-2,0m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijk tot voedselrijke, humusrijke bodems; zon - halfschaduw; groeit van nature in grasland en lichte bossen. |
Herkomst: Zuidoostelijk gedeelte van Azië (o.m. China, Japan, Korea) |
Fauna: trekt vooral plooiwespen aan. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: zaait zich uit maar zeker niet altijd; moet vaak opnieuw worden aangeplant of uitgezaaid. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar . Indicatie voor dracht: code 1-5? |
Wordt in Nederland in het algemeen weinig door honingbijen bezocht. Misschien heeft dat te maken met drukke bezoek van plooiwespen die honingbijen mogelijk kunnen afschrikken. Als wespen afwezig zijn kunnen honingbijen frequent aanwezig zijn. Maar of dat echt met elkaar samenhangt zo moeten worden onderzocht. |
|
Plant en bloeiwijze |
|
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bladschede |
|
|
Honingbijen - |
|
|
Hommels - |
|
|
Hommels en honingbij |
|
|
Hommels en honingbijen ook aan de achterzijde van de bloemschermen |
|
|