Dille - Anethum graveolens --
Schermbloemenfamilie - Apiaceae-- |
Drachtplant, bijenplant, hommelplant, vlinderplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: bloem geel, schermen zonder omwindselbladen en -blaadjes |
Blad: bladslippen draadvormig |
Vrucht: een splitvrucht |
Overige: stengel rond en gestreept |
Hoogte: 0,8-1,4 m |
Opmerking: de plant is aromatisch |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochthoudende, min of meer matig voedselrijke tot voedselrijke, neutrale bodems; zon. |
Herkomst: een veel geteeld keukenkruid uit zuidelijk Azië; soms verwilderd, maar niet standhoudend. |
Fauna: vlinders, hommels, solitaire bijen, honingbijen. |
Toepassing: kan in bloemen mengsels worden mee gezaaid; tuinen. |
Beheer: steeds opnieuw uitzaaien. |
Wilde solitaire bijen: maskerbijen (Hylaeus); zeer waarschijnlijk ook andere solitaire bijen.
|
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 in de buurt van een bijenstal, verder weg zijn honingbijen vaak afwezig. |
|
Dille - Anethum graveolens (Bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm |
|
|
Dille: bloeiwijze en blad (foto tijdelijk overgenomen van Wikipedia. Auteur: PatriciaR) |
|
|
Een volkstuintje met dille en karwij |
|
|
fragment met karwij |
|
|