Indigobloem of bastaard indigo - Amorpha fruticosa
(Vlinderbloemfamlie - Fabaceae) |
Drachtplant, hommelplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: juni - augustus |
Bloem: bloem purperblauw, meeldraden oranjegeelachtig, kroonbladen zeer klein, bloeiwijze een tot 15-20 cm lange gebundelde (2-8) trossen |
Blad: geveerd tot 30 cm lang, blaadjes aan de top genaald (met een kort stekelpuntje) |
Vrucht: een peul |
Overige: twijgen grijsachtig geelgroen |
Hoogte: tot ca.3,0 m |
Opmerking: naam bastaardindigo: is afgeleid van de Duitse naam |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochthoudende tot vrij droge, matig voedselrijke tot schrale, niet zure zandige bodems; zonnig. |
Herkomst: oosten en zuidoosten van Noord-Amerika. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: verjongingssnoei; bloeit op eenjarig hout en kan het beste jaarlijks in maart tot op kniehoogte worden teruggesnoeid. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en oranje geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-5. |
|
Heester |
|
|
Fragment |
|
|
Een heester aan de Rhone in Zuid-Frankrijk; is hier invasief |
|
|
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Geveerd blad |
|
|
Deelblaadjes genaald |
|
|
Honingbijen - |
|
|
|
|
|
|
|
|