Amerikaans krentenboompje - Amelanchier lamarckii -
Rozenfamilie - Rosaceae |
Drachtplant, bijenplant, hommelplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: april-mei |
Bloem: wit, bloeiwijze een tros |
Blad: min of meer elliptisch, bladrand gezaagd, in jong stadium bruinachtig later groen, herfstkleur bruinrood |
Vrucht: bes eerst rood en later donkerpaars verkleurend |
hout: schors grijsachtig bruin en min of meer glad, twijgen grijsbruin, kaal of licht behaard |
Hoogte: tot ca. 8 (10) m |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot droge voedselarme, zure tot min of meer neutrale tot kalkhoudende bodems; langs bosranden, op kapvlakte en andere open zandige en lemige terreinen; op spoorwegtaluds; zonnig-licht beschaduwd. |
Verspreiding in Nederland: Noord-Amerika; aangeplant in de 19e eeuw; vaak verwilderd. De plant heeft een licht invasieve eigenschap. Is geïntegreerd in bosranden en andere houtige begroeiingen op de binnenlandse zandgronden en in het duingebied. Op heidenterreinen is het talrijk voorkomen van deze heester niet gewenst. |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen, ook als heg. |
Beheer: vooral verjongingssnoei. Een vrij snel groeiende en breed wordende soort. |
Wilde solitaire bijen |
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb2(-3) |
|
Plaat - Amerikaans krentenboompje - Amelanchier lamarckii (bron links: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Bloem en blad |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Een open plek in het bos |
|
|
Haggen |
|
|
Een heg |
|
|
Renswouden |
|
|
|
|
Een straat in Veenendaal |
|
|
Een zandbij: vosje (Andrena fulva) |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
Een honingbij |
|
|
|